Hokkaidō
Hoewel Hokkaidō het tweede grootste eiland is van Japan's vier hoofdeilanden, wonen er slechts 5.3 miljoen mensen. Dat komt neer op een bevolkingsdichtheid van 63 per km2. Hierdoor bestaat het voor een groot deel nog uit echte ongerepte wildernis en bijzonder mooie natuurgebieden. Er zijn maar liefst zes Nationale Parken, waarvan één op de Werelderfgoedlijst staat. Beren, herten, apen, zwijnen, vossen en tanuki, hier ziet u ze allemaal. Bovendien is het de enige broedplaats van de zeldzame Japanse kraanvogel. Ook cultureel is Hokkaidō uitzonderlijk, dankzij de aanwezigheid van de inheemse bevolking - de Ainu - wiens taal en gebruiken in recente jaren weer meer aandacht krijgen.
Waarom naar Hokkaidō?
Waar is Hokkaidō?
NATUURGEBIEDEN
foto: Wikimedia
Nationaal Park Shiretoko
Een van de meest afgelegen gebieden van Hokkaido ligt op het noordoostelijke schiereiland Shiretoko. Het merendeel is alleen te voet of per boot toegankelijk. Maar "elk nadeel heb z'n voordeel" en in dit geval is dat de vrijwel onaangetaste flora en fauna, zowel op het land als in zee. In dit park leeft Japans grootste populatie bruine beren, vliegen een aantal van 's wereld grootste roofvogels (Stellers zeearend en Blakistons visuil), en zwemmen orcas en potvissen. Ook het plantenleven is divers, met dichte bossen van dennen, eiken en berken, afgewisseld met rotsachtige velden waar zeldzame viooltjes bloeien. Hier valt in elk seizoen wel iets moois te zien en te doen, zeker voor avonturiers. Zou u over ijsschotsen durven lopen, op zoek naar zeehonden? Of op sneeuwschoenen de sporen volgen van herten, vossen en sabelmarters?
Weetje: langs de grillige kust stromen een aantal spectaculaire watervallen de Zee van Ochotsk in - soms met warm water.
foto: Wikimedia
Nationaal Park Rishiri-Rebun-Sarobetsu
In wat nét niet het noordelijkste puntje van Japan is, liggen twee vulkanische eilanden; Rishiri en Rebun. Bij eerst-genoemde domineert de 1721m hoge piek van de Rishiri het uitzicht van alle kanten. Het hoort bij de 100 beste bergen van het land, maar deze uitdaging is alleen 's zomers te beklimmen. Het hoogste punt op Rebun is daarentegen slechts 490m, en men kan in één of twee stevige wandelingen het hele eiland doorkruisen. In de winter kan dat op ski's, of met een sneeuw-kite. Tegenover de eilanden, aan de westkust van Hokkaido, strekt de moerasachtige riviervlakte van de Sarobetsu zich uit over ongeveer 150km2. Dit vormt een onmisbare tussenstop voor trekvogels (eenden, ganzen, zwanen), die hier in het najaar met duizenden tegelijk op af komen.
Weetje: op Rebun zijn prehistorische begraafplaatsen gevonden voor orcas, die door de Ainu aanbeden werden.
foto: Wikimedia
Nationaal Park Daisetsuzan
Precies in het midden van de prefectuur ligt (letterlijk) de "Grote Sneeuwbergen"; het grootste nationale park van Japan, met een oppervlakte die ongeveer de hele provincie Groningen beslaat. De naam is zeer toepasselijk, want er zijn ruim een dozijn bergen van meer dan 2000m hoog. Deze liggen verdeeld in drie vulkanische groepen om een centraal plateau. In het noorden daarvan staat nota bene de hoogste berg van Hokkaido; de Asahidake (2290m). Deze is natuurlijk te beklimmen, maar het kan ook relaxter, aan de andere kant van het park. De berg Kurodake is namelijk te bezichtigen met een kabelbaan die, in een ritje van 7min, tot 1300m hoogte stijgt. Erg mooi in het voorjaar, als de weidebloemen bloeien, én in het najaar, wanneer de herfstkleuren het omringende landschap veranderen. Van november tot mei kunnen winter-sporters ook hun lol op in Daisetsuzan.
Weetje: in de Ainu taal heet deze plek Kamui Mintara - "speelplaats vd goden".
foto: Wikimedia
Nationaal Park Shikotsu-Tōya
De hoofdattracties van dit park zijn de meren Shikotsu en Tōya; beiden gevormd door de caldera's van grotere vulkanen. Het gebied heeft nog altijd behoorlijk wat 'geothermische' activiteit. Ondanks hun noordelijke ligging bevriezen ze 's winters bijvoorbeeld niet. Aan de randen van de meren staan ook enkele echt actieve vulkanen, zoals de Usu, die in 2000 voor het laatst van zich liet horen. Of de Yōtei, die dankzij de opvallende gelijkenis ook wel de "Ezo Fuji" wordt genoemd. Onder gunstige omstandigheden kunnen wandelaars overigens gewoon naar deze kraters lopen. Pas wel op voor sommige heetwaterbronnen - ze zijn niet allemaal geschikt om in te baden... Een andere manier om te genieten van de natuur is met een kalm boottochtje over de extreem heldere wateren. Kampeerders en dagjesmensen kunnen hiervoor speciale transparante kajaks huren.
Weetje: de 400m hoge Shōwa-shinzan (lett. "nieuwe berg") is er pas sinds 1945!
foto: Wikimedia
Nationaal Park Kushiro-Shitsugen
In tegenstelling tot de andere parken van Hokkaido zijn hier helemaal geen bergen te bekennen. Kushiro is een enorm dras-land, waar riviertjes de vrije loop hebben, vele poelen en meertjes vormen, en tig soorten riet en grassen groeien. Hoewel toegang tot het gebied vrij beperkt is, zijn er enkele kilometers aan verhoogde wandelpaden, en kan er op de grote Kushiro rivier gekanood worden. Iets meer tempo nodig? Probeer dan een rondleiding te paard. Even bijzonder is het kleine treintje dat langzaam door het landschap trekt; een enkeltje is 45min. Wat men in ieder geval niet mag missen zijn de lokale vogels. Dit park is namelijk waar men begin 20e eeuw de op dat moment "uitgestorven" gewaande Japanse kraanvogels herontdekte. Deze iconische dieren, met hun rode stip op het hoofd, zijn al eeuwenlang een symbool van lang leven en geluk.
Weetje: er zijn op honderden plekken pijlpunten gevonden uit de steentijd.
foto: Wikimedia
Nationaal Park Akan Mashū
Samen met Daisetsuzan is dit het oudste nationale park in Hokkaido, opgericht in 1934. Met enorme kratermeren (de grootste van Japan), actieve vulkanen, watervallen, heetwaterbronnen en zelfs oerbossen, heeft het eigenlijk voor ieder wat wils. Men kan hier energie opdoen met wat shinrin'yoku ("bosbaden"), zich vervolgens uitleven op de mountainbike, om 's avonds lekker te ontspannen in de onsen. Dat fietsen hoeft trouwens niet eens in de bergen; op een bevroren meer is dit net zo leuk - en spannend. Ook spieringvissen op het ijs is een populaire activiteit. Zo'n 100 dagen per jaar hangt er echter een dikke laag mist over het Mashū meer. Dat geeft het daarentegen wel weer een geheimzinnige sfeer. Het is tevens een belangrijke streek voor de oorspronkelijke bevolking, dankzij wiens inspanning men hier wat kan leren over de lokale geschiedenis en gebruiken.
Weetje: hier groeien flinke marimo - een zeldzame vorm van groenwier, bij ons ook wel bekend als "mosbollen".
STEDEN & DORPEN
foto: Wikimedia
Sapporo
Dit is niet alleen de hoofdstad van Hokkaido, maar ook de grootste stad ten noorden van Tokyo. Bijna twee vijfde van de hele bevolking van het eiland woont in deze ene stad. Al deze mensen moeten natuurlijk wel wat te doen hebben, dus zijn er heel wat goede musea, parken, en andere bezoekswaardigheden, plus de vele jaarlijkse evenementen. Aanraders zijn bijvoorbeeld het grote Nakajima Park, waarin een concertgebouw, sterrenwacht, literatuurmuseum en sporthal liggen. Op het meer in het midden kan men bootjes varen of schaatsen, naar gelang het seizoen. Tegenhanger van deze rust en ruimte is de wijk Susukino; het drukke uitgaansgebied vol restaurants, kroegen, winkels en andere nachtelijke activiteiten. Één plek die apart genoemd mag worden is het Sapporo Bier Museum; voormalige brouwerij van het (mogelijk) oudste bier-merk in het land (opgericht in 1877). Rondleidingen zijn alleen in het Japans, maar wel inclusief drankje achteraf.
Weetje: toen hier in 1972 de Olympische Winterspelen gehouden werden, was het de eerste keer dat dit in Azië plaatsvond.
foto: Wikimedia
Hakodate
Als een van de grootste havensteden in het zuiden van Hokkaido, heeft het een kleurrijke geschiedenis van zowel Ainu, Japanse, als buitenlandse cultuur. Jammer genoeg is twee derde van de stad verloren gegaan bij een grote brand in 1934, maar wat resteert is zeker een bezoekje waard. Een paar van de oudste heiligdommen in de regio staan hier, waaronder de Hachiman-gū (shinto tempel voor de God van de Strijd). Het Oosterse Orthodoxe "Opstandingskerkje" is veel recenter (1860), maar ook bijzonder, net als het vijfhoekige Europese 'kasteel'. Liefhebbers van verse vis en zeevruchten moeten zeker even naar de dagelijkse Asaichi markt, waar honderden kramen specialiteiten zoals zee-egel, inktvis en krab verkopen. Wat voor iedereen leuk is, is de berg Hakodate, op de punt van het schiereiland. Men kan er te voet, per bus, of met de kabelbaan heen voor een top uitzicht over de stad - vooral 's avonds.
Weetje: hier werd de laatste veldslag gevochten tussen aanhangers van de ex-shogun en de nieuwe keizer, in 1869.
foto: Wikimedia
Biei & Furano
Twee dorpjes die bekend staan om hun prachtige landelijke omgeving. Het hele jaar door kan men hier pittoreske plaatjes maken, maar het is vooral de zomer die veel kijkers trekt, dankzij de kleurrijke lavendelvelden. De weidse omgeving is een lappendeken van akkers en weilanden; perfect voor een fietstocht, autoritje of de "bus" (een trekker met aanhanger). De afstand tussen Biei en Furano is ook te overbruggen met een toeristisch treintje, dat er ongeveer een half uur over doet. Naast uitzichtpunten en winkeltjes zijn er ook wat activiteiten, zoals bloemen snijden en persen. Furano heeft een bekende (camembert-achtige) kaasmakerij met verschillende zuivel gerelateerde workshops en wijngaard met (gratis!) proeverij. Bovendien is het 's winters een van de beste ski resorts. Er zijn zowel steile snelle afdalingen -n.b. gebruikt bij wereldkampioenschappen- als brede hellingen voor beginners.
Weetje: de zacht glooiende heuvels van Biei zijn vaak gebruikt in reclames, en de paar bomen die er in voorkwamen zijn nu feitelijk beroemdheden.
foto: Wikimedia
Niseko & Rusutsu (ski resorts)
Tegen de helling van de 1300m hoge berg Niseko-Annapuri liggen drie dorpjes, die onderling verbonden zijn door shuttle bussen van en naar de pistes. Niseko is het bekendste ski oort van Hokkaido, dat dan ook veel buitenlanders trekt - en daar faciliteiten voor heeft. Dan bedoelen we niet alleen de vele lange runs voor skiërs en boarders, maar ook eetgelegenheden met Engelstalige menu's en de nodige apres-ski barretjes. Hier vlakbij, aan de andere kant van de berg Yotei (ook wel bekend als de "Fuji van het Noorden") ligt Rusutsu, wat eveneens gezien wordt als een van de beste plekken om los te gaan op het poedersneeuw.
Weetje: beide zijn ook in de zomer leuk! Niseko voor de natuurwandelingen en Rusutsu vanwege een pretpark met tig attracties, waaronder acht achtbanen.
foto: Wikimedia
Tomamu (ski resort)
Dit centraal gelegen ski resort is een van de modernste 'high class' sneeuwpret locaties van Hokkaido. Gelegen in een dal met als bijnaam de "wolkenzee", biedt dit resort toegang tot meerdere bergen en een ruime keus aan pistes - van beginner tot expert. Snowboarders hebben veel terrein om truuks te doen, en skiërs mogen hier ook de beboste heuvels in. Daarnaast zijn er sneeuwscooters te huur, kan men sneeuwraften, sleeën en zelfs even rustig curlen. Indoor activiteiten zijn er overigens ook genoeg; heetwater-bronnen, een golfslagbad, wolkenkrabber als hotel en uitstekende restaurants, plus een heus "ijsdorp" (december tot maart).
Weetje: in de winter is er behalve een bar en hotel met één kamer ook een volledig uit ijs gebouwde trouwkapel... ;-)
GESCHIEDENIS
foto: Wikimedia
Pioniersdorp Hokkaido "kaitaku no mura"
In het prefectureel natuurpark Nipporo ligt zowel een 'traditioneel' historisch museum als een openluchtmuseum. Kaitaku no Mura is dat tweede. Een verzameling van ruim 50 verschillende gebouwen uit de zogenaamde "pioniers-dagen"; de late 19e en vroeg 20e eeuw. Deze zijn vanuit allerlei streken van Hokkaido hier naartoe verplaatst. En dan niet willekeurig, maar onderverdeeld in vier 'groepjes'; een vissersdorp, een bergdorp, een plattelandsdorp, en de grote stad. Vrijwilligers geven er rond-leidingen en demonstraties van oude ambachten, zoals het maken van stro sandalen. Elk seizoen heeft ook een bijpassend evenement met straat-optredens en speelgoedmakers.
Weetje: in de zomer rijdt er een paarden-tram rond, 's winters (alleen weekenden en feestdagen) een paardenslee.
foto: Wikimedia
Kasteel Matsumae
Het enige Japanse kasteel op het eiland was het domein van de Matsumae familie. Zij hadden van de Tokugawa shoguns het alleenrecht gekregen op de handel met "inheemse barbaren" - Ainu. Dus lieten ze begin 17e eeuw dit kasteel bouwen als machtssymbool én ter verdediging tegen opstanden van de lokale stammen. Het huidige complex is echter uit de mid-19e eeuw, toen het uitgebreid werd om ook eventuele aanvallen van buitenlanders af te kunnen weren. De originele hoofdtoren overleefde de sloopwoede van de Meiji Revolutie en de Tweede Wereldoorlog, maar in 1949 sneuvelde het alsnog door een brand. De toren die er nu staat is een replica. Om de geschiedenis toch een beetje in leven te houden organiseert de stad er elk jaar in augustus een optocht van samurai.
Weetje: om het kasteel heen staan zo'n 8000 kersenbomen, wat het een zeer populaire plek maakt om de bloesem te bewonderen in het voorjaar.
foto: Wikimedia
Goryōkaku
Dit nogal opvallend Europees ogend fort is ontworpen door een Japanse architect, maar dan wel naar voorbeeld van de beroemde forten van "Vauban".* Na elf jaar bouwen kwam het gereed in 1866... krap twee jaar voor de val van diens opdrachtgever; de Tokugawa shogun. Het was eigenlijk bedoeld om de havenstad Hakodate te beschermen tegen de Russen, en moest voorzien worden van een groot aantal kanonnen. In plaats daarvan werd het heel eventjes het hoofdkwartier van de Republiek Ezo. Dit onafhankelijke staatje was uitgeroepen door aanhangers van de shogun, nadat zij op het hoofdeiland van Honshu verjaagd waren door keizerlijke troepen.
* (Sébastien Le Prestre, Frans militair ingenieur die tig verdedigingswerken heeft ontworpen - nu Werelderfgoed)
Weetje: hier vond de laatste veldslag van de Boshin Oorlog plaats, in juni 1869.
FESTIVALS EN TRADITIES
foto: Wikimedia
Sapporo Sneeuwfestival
(1e / 2e week van februari)
Een van de bekendste winterfeesten in het land begon ooit met een paar sneeuwpoppen in het park. Nu, 70 jaar later, is het een evenement dat ruim 2 miljoen bezoekers trekt - meer dan het aantal inwoners van de stad. Ōdōri Park (afgebeeld) is nog steeds de belangrijkste locatie, waar enorme sneeuwsculpturen verrijzen die wel tientallen meters breed en hoog kunnen zijn. De 1,5km lange strook door het centrum wordt tevens versierd met prachtige ijssculpturen, die tot laat in de avond verlicht zijn. Ook één metrohalte verderop, in het uitgaans-gebied, staan honderden kunstige beelden van ijs. Net buiten de stad ligt nog een derde locatie voor sneeuwpret, met glijbanen en "sneeuwrafting".
Weetje: de Sapporo TV Toren biedt een leuk uitzicht over de stad en Odori Park, en is deze dagen ook extra lang open.
foto: Wikimedia
Asahikawa Winterfestival
(1e / 2e week van februari)
Het tweede grootste sneeuwfestijn in Japan vindt ongeveer tegelijk plaats met die van Sapporo, maar dan 1,5 uur verder naar het noordoosten. Wie dergelijke dingen mooi vindt kan ze dus makkelijk allebei even bezoeken. Ook hier worden erg indrukwekkende creaties gebouwd van sneeuw; er is zelfs eens een wereld-record gevestigd. De festiviteiten zijn verdeeld over twee locaties; eentje langs de rivier voor de muziek, paardenslee, sneeuwmobiel ritjes, glijbanen en (dagelijkse!) vuurwerkshows, en eentje in het centrum voor de ijssculpturen. Deze tientallen beelden worden ter plaatse gemaakt als wedstrijd met een jury. In de avonduren zijn ze allemaal verlicht.
Weetje: dit festival trekt jaarlijks ongeveer 1 miljoen bezoekers - 3x het inwonertal.
foto: Wikimedia
"Sneeuwlichtjespad"
(februari)
Het pittoreske Otaru veranderd in februari in een sprookjesachtig landschap van sneeuw en lichtjes. De voornaamste locatie is het kanaalgebied, waar de gerestaureerde pakhuizen staan. Op de kade staan honderden kleine sneeuw-poppen met lampjes, terwijl het kanaal zelf gevuld wordt met drijvende kaarsen. Ook op andere locaties is het echter betoverend, zoals bij de voormalige spoorweg - de Temiyasen. Omwonenden zetten sneeuwlantaarns voor hun huizen en winkels, en er zijn ook wat kraampjes met eten en drinken. Een andere, letterlijke topper is de Tenguyama; een nabije berg (532m) met uitzicht over de stad, die ook verlicht wordt.
Weetje: de naam van dit evenement (yuki-akari no ro) is afkomstig van een dichtbundel van de in Otaru geboren "literatuurwetenschapper" Itō Sei.
foto: Wikimedia
Kachimai Vuurwerkfestival
(13 ~17 augustus)
Zonder vuurwerk geen zomer. Tenminste, als we in Japan zijn. In Obihiro nemen ze dat heel serieus; elk jaar worden er zo'n 20.000 pijlen de lucht in gestuurd, wat dit de grootste vuurwerkshow van Hokkaido maakt. Eigenlijk is het een onderdeel van het driedaagse "Veldfestival" dat men houdt rondom Obon - het Japanse feest van de doden / voorouders. Daarbij wordt er in de stad urenlang gedanst - wie wil mag gewoon meespringen. Het ritme zal iedereen sowieso voelen, dankzij de grote taiko drummers die in meerdere wijken staan opgesteld. Een ander niet te missen onderdeel is de avondoptocht, genaamd "Nacht van de Dromenregen".
Weetje: het vuurwerk was een ideetje van de baas van de lokale krant, in 1927. Hij spoorde lokale bedrijven aan het te sponsoren, en sindsdien is het traditie.
foto: Wikimedia
Yōtaka Andon Festival
(4e vrijdag/zaterdag van augustus)
Maandenlang wordt er gewerkt aan deze enorme lantaarns van bamboe en papier, om er vervolgens mee te gaan vechten... Deze feestelijke traditie houdt in dat men kleinere lantaarns aan de grote hangt, en als het ware een 1-op-1 steekspel speelt om er zo veel mogelijk van de tegen-stander af te rammen. In totaal doen er ongeveer 20 kleine en grote verlichte "wagens" mee, met afmetingen tot wel 7m hoog en 12m lang - als we de palen meetellen waarop men ze draagt. Er is ook een zogenaamde festival 'kaikan' in de stad; een museum-achtige hal waar enkele creaties permanent te zien zijn. (alleen open van april t/m november)
Weetje: er zijn meer van dit soort lantaarn festivals, maar deze in Numata hoort bij de "Grote Drie van Hokkaido".
foto: Wikimedia
Ban'ei paardenraces
(hele jaar; kampioenschap in maart)
Hoewel er in heel Japan paardenraces gehouden worden (zoals we ze ook in Europa kennen), bestaat deze vorm echt slechts op één plek - Obihiro. Hier draait het niet alleen om pure snelheid, maar ook om de kracht van de paarden. Ze moeten behalve een ruiter namelijk ook een zware slee trekken. Het zijn het dus vooral Belgische trekpaarden, Bretons en Percherons die hierbij ingezet worden. Deze traditie ontstond lang geleden uit een wedstrijdje tussen boeren die hun land om gingen ploegen. Tegenwoordig is het een sprintje: de racebaan is 200m los zand, onderbroken door een kleine en grote heuvel. Om ze niet uit te putten krijgen de paarden een korte pauze voor ze het grote obstakel over gaan.
Weetje: er zijn 10 klasses, waarbij het slee-gewicht verschilt van 450kg tot 1 ton.
BEZOEKSWAARDIGHEDEN
foto: Wikimedia
Nationaal Ainu Museum - Upopoy
Men kan natuurlijk niet naar Hokkaido zonder iets te horen over de Ainu, de oorspronkelijke bewoners van dit eiland. Japan heeft van oudsher een zeer neer-buigende en zelfs vijandige houding gehad ten opzichte van deze bevolkings-groep. Met name vanaf het begin van de 17e eeuw en opnieuw tegen het einde van de 19e eeuw, heeft de overheid erg haar best gedaan om de traditionele cultuur uit te roeien door assimilatie. De taal, haar- en klederdracht, religie en feesten werden verboden, om de mensen meer "beschaafd Japans" te maken. In de laatste paar decennia is er echter meer aandacht voor hun kant van het verhaal. Dit museum in Shiraoi, geopend in 2020, is nu de voornaamste plaats om over deze unieke cultuur te leren. Er zijn ook reconstructies van huizen, demonstraties om bij te wonen en workshops te volgen.
Weetje: de naam van het museum betekent "samen zingen" in de Ainu taal.
foto: Wikimedia
Abashiri Gevangenismuseum
De voormalige gevangenis van Abashiri opende in 1890 haar cellen, met een capaciteit voor meer dan 1000 criminelen die als 'gevaarlijk' aangemerkt waren. Iets minder dan een eeuw later was dit complex echter aan vervanging toe. In plaats van alles te slopen, besloot men de oude gebouwen te verplaatsen en in te richten als museum. Het hoofdgebouw, de cellen, het badhuis, het gerechtshof en de strafkamer; alles is bewaard gebleven. De vroegere eetzaal is zelfs nog steeds de cafetaria van dit museum, waar zo nu en dan gerechten op het menu staan die destijds aan de gevangenen geserveerd werden. Het executiegebouw, waar zoals de naam suggereert de doodstraf werd uitgevoerd, schijnt het oudste houten gebouw ter wereld van dit type te zijn.
Weetje: de gevangenis werd beroemd door een reeks Yakuza films uit de jaren '60 - de regisseur ervan kreeg hier nota bene een gedenksteen voor bij de ingang.
foto: Wikimedia
Nikka Whisky Distilleerderij
In Yoichi, een klein kuststadje niet ver van Sapporo, staat een van de oudste whisky distilleerderijen in Japan - geopend in 1934. De oprichter, Taketsuru Masataka, heeft enkele jaren in Schotland gewerkt en gestudeerd om de fijnere kneepjes van het vak te leren. Hij was ook mede-oprichter van de eerste distilleerderij (Yamazaki, in Kyoto), maar vertrok om voor zichzelf te beginnen onder de merknaam Nikka. Hier in Hokkaido waren de omstandigheden volgens hem ideaal voor het maken van een echte, goede single malt whisky. Veel van de gebouwen hier zijn originelen, en bezoekers kunnen met een audio-gids zelf rondlopen over het terrein. Vanzelfsprekend is er ook een proeflokaal en souvenirshop, naast het museum.
Weetje: Taketsuru was getrouwd met een Schotse vrouw, die samen met hem naar Hokkaido verhuisde voor hun bedrijf.
LOKALE SPECIALITEITEN
foto: Wikimedia
Kombu-maki
Het verbouwen van kombu -een type kelp of bruinwier- is iets dat vele honderden jaren aan geschiedenis kent op Hokkaido. In het hele land wordt het gebruikt voor dashi (bouillon) en andere 'umami' smaakversterkers. De lokale keuken maakt er dit soort rolletjes van. Ze zijn gevuld met gedroogde haring, die men eerst laat weken in rijstwater. Eenmaal ingewikkeld in de kombu en gebonden met kalebasreepjes, wordt het gekookt in een mix van soep, soya en mirin tot het een lichtzoete, kruidige smaak heeft.
Weetje: bijna 90% van alle kombu in Japan wordt gekweekt in Hokkaido.
foto: Wikimedia
Ruibe
(uitspraak = "ru-i-be", niet "rui-be")
In verschillende streken van Hokkaido werd vis vroeger thuis ingevroren, en sneden mensen er simpelweg dunne plakjes af om te eten - zonder alles eerst te ontdooien. Soms werd er een beetje zout of kruiden bij geserveerd, soms werd de buitenkant heel even geroosterd, en zo nu en dan kwam er wat alcohol bij kijken. Tegenwoordig krijgt men de ijskoude sashimi meestal met soya en wasabi, dankzij Japanse invloeden.
Weetje: de standaard is zalm, maar ook kabeljouwachtigen worden veel gebruikt.
foto: Wikimedia
Rataskep
Dit eenvoudige traditionele gerecht betekent letterlijk "mengsel", en is een beetje te vergelijken met stamppot. Men neemt een aantal wilde groenten, kookt deze tot ze zacht zijn en pureert de boel. Het wordt op smaak gebracht met dierlijk vet, visolie, en/of wat zout. Natuurlijk kan er met dit basisrecept gevarieerd worden; zo zijn er bijvoorbeeld varianten met ui, bonen, pompoen, en aardappel, maar ook met viskuit, of eikels en rijstbloem.
Weetje: rataskep is dagelijkse kost, maar is ook onmisbaar als offergave bij rituelen.