top of page
Japanese Characters

TAAL

"Wie vraagt, lijkt een moment dom. Wie niet vraagt, blijft een leven lang dom."

news_shinbunshi.png

Één van de dingen die het leren van Japans zo uitdagend maakt is dat de taal drie * verschillende schriftsystemen kent. Om te beginnen zijn er de Chinese karakters – kanji (klinkt als: kan'dzjie) – waar het Japans er een paar duizend van gebruikt. Daarnaast zijn er twee fonetische schriften of “alfabetten” – hiragana en katakana – met elk ongeveer 50 tekens. Deze drie worden zo goed als altijd door elkaar gebruikt, in alle soorten teksten. Op het eerste oog lijkt dat misschien ingewikkeld, maar omdat elk een eigen functie heeft maakt het woordsoorten juist herkenbaarder. Op deze paar pagina's geef ik hier een beknopte omschrijving van, bedoeld ter ondersteuning van het grammatica gedeelte van de site. 

* Vier zelfs, als je het sporadisch gebruik van "ons" alfabet meerekent. Zie hieronder.

HET JAPANSE SCHRIFT

漢字

KANJI

Worden gebruikt voor zelfstandig naamwoorden en de stam van werkwoorden en bijvoeglijk naamwoorden.  Vormt tevens de oorsprong van de twee kana schriften.   

ひらがな

HIRAGANA

Wordt gebruikt voor alle vervoegingen, het aangeven van de uitspraak van kanji,

plus allerlei grammaticale bepalingen zoals voeg-woorden en voorzetsels e.d.

カタカナ

KATAKANA

Vooral gebruikt voor het schrijven van leenwoorden (incl. buitenlandse namen) en dieren- en plantennamen met veel te ingewikkelde kanji. Soms ook bij wijze van nadruk.

ROMAJI

"Japans" schrijven met ons alfabet

De beste manier om de Japanse klanken op te schrijven, is natuurlijk gewoon het schrijven van Japanse tekens. Maar ja, wat als je die (nog) niet lezen kan? We kunnen het dan proberen te benaderen met het gebruik van ons eigen alfabet. Dit noemt men in het Japans ローマ字 (rōmaji, oftewel "Romeinse tekens"), en kan zelfs op twee manieren :

 

  • 訓令式 kunrei-shiki : Deze stijl volgt strikt de logica van de zgh. "Vijftig Klankentabel" (zie hiragana). Dat wil zeggen dat de beginmedeklinker van elke kolom consistent wordt toegepast, ongeacht de variatie van klanken. Een woord als ちち ("vader", uitspraak tsjie-tsjie) zou hierbij geschreven worden als titi in plaats van chichi en ふじ als huzi i.p.v. fuji. Dit is de schrijfwijze die gebruikt wordt door de Japanse overheid zelf.

 

  • ヘボン式 hebon-shiki  : Dit is de schrijfwijze die de rest van de wereld gebruikt, omdat het voor veel anderstaligen een natuurlijkere manier is om bepaalde klanken weer te geven. Vuistregel is dat je klinkers uitspreekt zoals in het Italiaans en medeklinkers zoals in het Engels. Hierbij is het onthouden van extra spellingsregels niet nodig en zorgt het minder snel voor versprekingen / een verkeerde uitspraak. Dit is dan ook de wijze die ik aanhoud op deze pagina en de rest van de site. 

James_Curtis_Hepburn.jpg

 

James Curtis Hepburn:

naar wie de "Hebon stijl" is vernoemd.

Maar... er zijn wel een paar regels of richtlijnen voor het schrijven

van sommige klanken en klankcombinaties die ik toe wil lichten:

  • Japans is gelukkig geen tonentaal; m.a.w. je intonatie maakt geen verschil in woordbetekenis. Het maakt wel onderscheidt tussen lange en korte klanken, net als wij: "boom" en "bom" zijn twee heel andere dingen. Voor een lange "a", "i" of "u" geldt dat je simpelweg een extra klinker toevoegt. Die schrijf ik op deze site dan ook gewoon als "aa", "ii" of "uu", of met een macron: ā, ī, en ū.
     

  • Een lange "o" klank wordt in het Japans (althans in hiragana) echter gemaakt door het toevoegen van een ~u achter de betreffende (korte) o. "Goedemorgen" schrijf je bijvoorbeeld als おはよう ohayou. Om verwarring met de Nederlandse samengestelde "ou" klank te voorkomen, zal ik dit meestal als oha schrijven. Er zijn slechts een paar uitzonderingen met een echte dubbele "oo". 
     

  • Hetzelfde geldt voor een lange "e", die men in het Japans maakt door het toevoegen van een ~i.     De "~ei" in het Japanse woord voor "baanwielrennen" is dus niet "keirin" zoals in het Brabantse "kei gaaf", maar een ē klank! Ook hier zijn een handjevol uitzonderingen op, die ik wel als "ee" schrijf. 
     

  • Een ん wordt op deze site altijd geschreven als "n", ook wanneer deze voor een m~, b~ of p~ klank staat. Bijvoorbeeld in konban en kanpai. In de praktijk neigt de uitspraak daarvan meer naar een "m", maar losse medeklinkers bestaan in het Japans niet (m.u.v. het teken voor "n" dus).
     

  • Als er na een "n" (ん) een losse i~ of y~ klank volgt, schrijven we een apostrof achter de n. Dit is om verwarring met het teken voor "ni" (に) en de samengestelde klanken met に te voorkomen. Bijvoorbeeld: んい = kan'i, en = kani. Zo ook met ほんや = hon'ya, en ぽにょ = ponyo.
     

  • Een kleine っ (tekentje voor een zogeheten "glottisslag") wordt doorgaans als een verdubbeling van de volgende medeklinker geschreven. Bijvoorbeeld かっぱ = kappa. Als er na de っ een sh~, ch~ of ts~ klank volgt, dan wordt dit geschreven als ssh~, tch~ en tts~. Bijvoorbeeld: ressha, matcha, mittsu. 

LEESTEKENS

Books

Het Japanse schrift kent normaal weliswaar geen spaties, vraagtekens of uitroeptekens (al worden deze soms toch gebruikt), het heeft wel eigen versies van leestekens als de punt, komma, haakjes en meer. Hieronder een paar van de belangrijkste. 

「」

punt

komma

woordscheiding ('spatie')

aanhalingstekens (citaat)

stiltemoment

aanhoudend geluid

tot en met

STUDIETIPS

  • Ga eerst hiragana leren; daar kan in principe al het andere mee geschreven worden. Begin daarna met katakana, en dan pas kanji. Stel dat laatste echter niet te lang uit; het is makkelijker (en nuttiger) dan het lijkt, als je eenmaal de basis kent. Houd altijd rekening met de streepvolgorde en -richting.

 

  • Begin met simpele kanji - ook al zijn dat niet de coolste. Leer eerst de meest voorkomende en de eenvoudigste, want die zal je vaak tegenkomen als onderdeel in de complexere tekens. Bijkomende tip: wees je bewust van "radicalen" en structuren in die complexe kanji, zodat je weet welk onderdeel een hint is voor uitspraak / betekenis, en je je eigen ezelsbruggetjes kan maken.

 

  • Doe niet te veel in één keer. Elke dag een kwartiertje oefenen levert vaak betere resultaten op dan één keer per week een 2~3 uur durende studiesessie (waar je direct driekwart van vergeet). Een combinatie van (wat langere) lessen en korte momenten van zelfstudie is natuurlijk ook prima!

 

  • Pas intervaltraining toe. Dat wil zeggen: herhaal wat je weet met gepaste regelmaat (zie afbeelding). Leer iets de eerste keer tot je het uit je hoofd kent en toets een dag later of je het nog weet. Wat je onthouden hebt, toets je over 2-3 dagen pas weer. Wat je vergeten was herhaal je opnieuw tot je het goed kent. Voeg steeds een paar nieuwe dingen toe en je kunt dit proces eindeloos blijven herhalen, waarbij je de tussenpozen steeds verder oprekt.

vergeetcurve.png
bottom of page