Okinawa
Een uniek stukje Japan dat geografisch dichter bij Taiwan en de Filipijnen ligt dan bij de overige Japanse eilanden. Deze prefectuur bestaat dan ook uit paradijselijke tropische eilandjes waar de algemene sfeer - ondanks de grimmige recentere geschiedenis - meer ontspannen is dan op het vaste land. Ideaal voor wie behoefte heeft aan zon, zee en strand, plus een beetje rust. Toch wat avontuur erbij? Ga verder of dieper de zee in en misschien vangt u wel een glimp op van een majestueuze walvishaai! Wie liever aan land blijft kan gaan wandelen in verschillende nationale parken of een kijkje nemen bij ruïnes en reconstructies van kastelen in Chinese stijl. Het voorheen onafhankelijke koninkrijk Ryūkyū vormde namelijk een belangrijke schakel in de handel tussen deze twee Aziatische landen. In de 16e eeuw besloot de shōgun het tot een vazalstaat te maken, terwijl het ondertussen ook 'onderdaan' van China bleef en een eigen koning hield, maar een paar honderd jaar later (in 1879) werd het officieel opgeheven en deel van Japan.

Waarom naar Okinawa?
Waar is Okinawa?
Een korte toelichting
Soms is Okinawa een beetje zoals Nieuw Zeeland; bijna iedereen heeft er wel eens van gehoord en/of wil er naartoe, maar op de meeste landkaarten wordt het op een of andere manier steeds vergeten. Hokkaido pakt men er wel bij, op plaatjes van de Japanse eilanden, maar deze reeks pareltjes valt vaak net buiten de boot. En het zijn er juist zo veel!
Extra opmerking over deze aparte prefectuur: bijna alle clusters in de grotere groep van Nansei Eilanden hebben vanwege hun afgelegen ligging een eigen cultuur ontwikkeld, met hun eigen religie en talen. Men heeft ook onderlinge oorlogen gevoerd, tot uiteindelijk iemand de boel verenigde tot één koninkrijk. Dus is er zelfs tussen deze eilandjes nog discriminatie tegen bepaalde groepen (geweest), afhankelijk van hoe ver ze van het eiland Okinawa af lagen / liggen. Pas toen Japan het eind 19e eeuw annexeerde werden ze allemaal "gelijk"; oftewel ondergeschikt aan de Japanners van de hoofdeilanden.
Wegens historische redenen horen de Amami eilanden technisch gezien bij de prefectuur Kagoshima, en dus bij Kyushu. Omwille van culturele verbondenheid groepeer ik ze echter op deze pagina bij het grotere Ryu... eh, Okinawa.

NATUURGEBIEDEN
.jpg)
foto: Wikimedia
Nationaal Park Iriomote-Ishigaki
Het eerste nationale park in Okinawa ontstond in 1972, toen de eilanden Iriomote, Kohama, Kuro en Taketomi samen tot één natuurgebied werden verklaard - in 2007 uitgebreid met Ishigaki. De eilanden zelf staan vol met inheemse planten en mangrovebossen, waartussen bijna uitgestorven boskatten en roofvogels leven. De omringende koraalriffen vormen het leefgebied van schildpadden, manta's en dolfijnen. Zelfs walvishaaien komen hier wel eens langs. Het is dan ook Japans grootste koraalrif, met wel 360 soorten. Reden genoeg dus om eens te gaan snorkelen, duiken, kajakken of een rivierboot te pakken. Iriomote heeft bovendien de grootste waterval van Okinawa (Pinaisara) met een hoogte van 55m, terwijl Ishigaki de hoogste berg van de prefectuur heeft. De Omoto / Umutu is 525m en biedt een uitstekend uitzicht over land en zee.
Weetje: slechts twee eilanden van de Yaeyama groep horen niet bij het park - de verst zuidelijk en westelijk gelegen bewoonde eilanden van Japan.
.jpg)
foto: Wikimedia
Nationaal Park Kerama Shotō
Dit is een verzameling van ongeveer 36 eilandjes, ten westen van het hoofdeiland Okinawa. De grootste van de groep, Tokashiki, is bebost en heuvelachtig met zandstenen kliffen. Dat betekent mooie wandelingen en vele vergezichten, vanuit speciaal daarvoor aangelegde plekken. De tweede grootste, Zamami, staat vooral bekend als strandvakantieoord. Een heerlijke plek om gewoon even te genieten van de zon, of te zwemmen met schildpadden. Tussen de eilanden gaan een paar veerdiensten, en op Aka en Geruma kan men ook fietsen huren om de omgeving te verkennen. Suppen (standup paddleboarding) is trouwens ook een leuke en sportieve manier om de kustlijn af te gaan. Tussen december en april komen bultrugwalvissen naar deze buurt om te paren; er zijn dan altijd verschillende tours te boeken om deze indrukwekkende dieren van (relatief) dichtbij te bekijken.
Weetje: tijdens de Slag om Okinawa was dit de locatie waar de eerste Amerikaanse mariniers voet aan land zetten. (26-03-'45)
.png)
foto: Wikimedia
Nationaal Park Yanbaru
Het derde, meest recente nationale park in Okinawa werd gecreëerd in 2016; twee jaar na Kerama. Met de schitterende stranden, mangrovebossen, subtropische jungles, wandelroutes door kalksteen bergen en watervallen heeft het noordelijke deel van Okinawa-eiland werkelijk alles. Het staat nu zelfs op de Werelderfgoedlijst. Waarom pas zo laat? De Verenigde Staten hebben hier een "Jungle Warfare Training Centre" met 22 helipads... in een gebied waar ook 24 bedreigde diersoorten leven. Het zou deels teruggegeven worden aan de lokale overheid, waarmee het park verder uitgebreid kan worden, maar dit is tot op heden niet gebeurd. Desondanks is het zoals gezegd een prachtige omgeving, van kaap Hedo in het noorden tot de berg Nekumachiji in het zuiden, en is het goed bereikbaar met (bijvoorbeeld) een huurauto.
Weetje: op de dag dat het een nationaal park werd, ontdekte wetenschapers een nieuwe inheemse soort bladsprietkever.
.jpg)
foto: Wikimedia
Nationaal Park Amami Guntō
Een groep van acht eilanden met een grote diversiteit aan landschappen. Ook hier vindt men koraalriffen, stranden en mangroves, plus wadden-gebieden, drasland en ría's. De wat hoger gelegen eilanden hebben subtropische bossen met unieke flora en fauna, die het (samen met Iriomote en Yanbaru) een Werelderf-goedstatus opgeleverd heeft. Naast het bewonderen van de onderwaterwereld, zoals in de andere nationale parken, kan men hier echter ook een ondergrondse wereld bezoeken. Het eiland Okinoerabu kent honderden kalksteengrotten, waarvan de Shōryū ("Steigende Draak") deels open is voor bezoekers.
Weetje: Yurigahama is een 1,5km lang strand dat alleen verschijnt bij eb... en zodoende steeds van vorm verandert.
.jpg)
foto: Wikimedia
Shikina'en (koninklijke tuin)
Een goed voorbeeld van de culturele mix tussen China en Japan, uitgedrukt in tuinarchitectuur. Het is een "struintuin" (bedoeld om een ommetje te maken) met een grote vijver, kleine eilandjes, bijzondere bruggetjes, enkele kleine heuvels en een stuk bos. Als eigendom van de oude koninklijke familie staan er ook een paar eenvoudige houten paleis-gebouwen en prieeltjes. Hier werden vroeger gasten vermaakt, en kunnen bezoekers tegenwoordig ook een kijkje nemen. Helaas zijn alle originelen vernietigd in de Tweede Wereldoorlog, maar het is na 20 jaar herstelwerkzaam-heden volledig hersteld.
Weetje: in 1992 schonk Hiroshi Shō, het achterkleinkind van de laatste koning, deze tuin aan de stad Naha.
GESCHIEDENIS
.jpg)
foto: Wikimedia
Kasteel Shuri
Deze deels herbouwde vesting was ooit het Koninklijk Paleis. De machtige muren kijken uit over de stad Naha, dat aan het begin van de 15e eeuw de nieuwe hoofdstad werd van het zojuist verenigde eilandenrijk. Dit was niet alleen het administratieve, maar ook het religieuze middelpunt van Ryukyu, zo blijkt uit de spirituele plaatsen -utaki- op het terrein. In tegenstelling tot de kastelen op het 'vaste land' was het hoofdgebouw (paleis) felrood geschilderd, in een bouwstijl die doet denken aan de Verboden Stad in China. Na de Japanse overname is het een tijdje een shinto heiligdom geweest, een universiteit, en een militaire basis. Vandaar dat het origineel in 1945 is vernietigd. Pas 20 jaar na het einde van de Amerikaanse bezetting (1992) is het in ere hersteld, en werd het Werelderfgoed. Helaas zijn de centrale hal en daaraan grenzende gebouwen in 2019 al weer afgebrand. Naar verwachting zijn ze nog tot 2026 onder reconstructie.
Weetje: de beroemde buitenpoort Shureimon staat op de ietwat zeldzame briefjes van ¥2,000 (enkel gedrukt tussen 2000 en 2004, voor de milleniumwissel).
.jpg)
foto: Wikimedia
Tamaudun Mausoleum
Een gebied van 2,442m², omgeven door zware stenen muren en onderverdeeld in drie stukken, dient als begraafplaats van de koninklijke familie. Het westelijke deel is voor prinsen en andere familieleden, en het oostelijke deel is voor de vorsten. Daarin liggen 17 van de 19 koningen van de Tweede Shō Dynastie, plus een aantal koninginnen. Het middelste deel van dit complex was een ruimte waar lichamen tijdelijk lagen opgebaard, totdat men de botten kon wassen (met zeewater of sake) en een echt graf ingericht werd. De bouw van Tamaudun duurde 25 jaar, waardoor de eerste tombe (die van Shō En, grond-legger van de dynastie) in 1501 pas in gebruik werd genomen. De laatste die is bijgelegd was kroonprins Shō Ten, in 1920. Hij heeft zelf echter nooit op de troon gezeten, omdat het koningschap in 1879 is afgeschaft door Japan. Een aantal graven is geroofd na de Slag om Okinawa, maar de belangrijkste koningsgraven zijn intact gebleven, en de geleden schade is hersteld.
Weetje: dit is 1 van de 3 koninklijke graven - niet de oudste maar wel de grootste.
.jpg)
foto: Wikimedia
Nakamura familiewoning
Slechts een paar honderd meter van het kasteel Nakagusuku ligt tde woning van een rijke boerenfamilie - de Nakamura. Het is sowieso een goed voorbeeld van hoe mensen (uit deze laag van de maat-schappij) in de 18e eeuw leefden, maar wat dit extra bijzonder maakt is dat het een origineel is. De gebouwen zijn vrijwel ongeschonden door de Tweede Wereld-oorlog gekomen, en daarom direct tot rijksmonument verklaard. Nakamura-ke heeft meerdere woonvertrekken met 'luxe' tatamimatten, keuken met eigen waterput, een graanschuur en kleine varkensstal, en is omringd door een stevige stenen muur plus hoge bomen die het geheel moesten beschermen tegen de jaarlijkse tyfonen. Ook de rode dakpannen en leeuwenbeeldjes zijn typisch voor Okinawa. Het is natuurlijk wel maar één huis (dat in ongeveer een half uur te bezichtigen is) dus het is aan te raden dit te combineren met een bezoek aan het kasteel.
Weetje: de voorouders van deze familie zijn op bevel van de koning (15e eeuw) naar deze omgeving verhuisd.
.jpg)
foto: Wikimedia
Kasteel Nakagusuku (ruïne)
Het "Middenkasteel" is gebouwd in de 15e eeuw, door de grote generaal Gosamaru. Hij diende de eerste Koning van Ryukyu, toen deze nog bezig was de noordelijke en zuidelijke territoria te verslaan en verenigen. Deze specifieke vesting was bedoeld om aanvallen op Shuri vanuit kasteel Katsuren af te kunnen weren, waar op dat moment een andere grote machthebber / rivaal van Gosamaru zetelde. Het is een klassiek voorbeeld van een Okinawaans gusuku, en geeft zelfs als ruïne een goed beeld van hoe dergelijke fortificaties waren ingericht. Het staat in de Japanse "top 100" van kastelen en is (net als de anderen hiernaast) sinds 2000 een Werelderfgoedlocatie.
Weetje: mogelijk is het Okinawaanse woord voor kasteel -gushiku of gusuku- aanvankelijk een aanduiding geweest voor fortificaties van heiligdommen.
.jpg)
foto: Wikimedia
Kasteel Katsuren (ruïne)
Ook gebouwd in de 15e eeuw, door een welvarend krijgsheer in dienst van de tweede Shō koning. Hij beschuldigde zijn rivaal Gosamaru valselijk van hoogverraad en werd daarop zelf belegerd (en later geëxecuteerd) in dit kasteel. Maar... niet voordat hij als aanvoerder van het koninklijke leger Nagagusuku had aangevallen, waar Gosamaru zelfmoord pleegde. Hoewel het tegenwoordig als verdedigingswerk niet veel meer voorstelt, ligt er nog wel steeds een belangrijke religieuze plek binnen de muren van het kasteel. Op ongeveer 100m boven zeeniveau biedt het ook een ontzettend mooi uitzicht over de oceaan.
Weetje: bij een opgraving in 2016 zijn hier oude Romeinse en Ottomaanse munten gevonden; een teken dat Ryukyu echt eeuwenlang een knooppunt was op de handelsroutes tussen Europa en Azië.
_23_Jul%2C_2011_-_panoramio(1).jpg)
foto: Wikimedia
Kasteel Nakijin (ruïne)
In de tijd dat het hoofdeiland van Okinawa nog uit drie kleinere staatjes bestond (13e eeuw), was Nakijin de hoofdstad van het noorden. Het gebied is iets minder dichtbevolkt dan bij andere kastelen, wat een meer 'avontuurlijke' sfeer oplevert. Ook hier bevinden zich meerdere heilige bossen, die mogelijk de aanleiding zijn geweest voor het bouwen van het kasteel. Sowieso was dit een gunstige locatie, want aan de ene kant ligt een flinke kloof, met een riviertje, en aan de andere kant ligt de oceaan, waar ze een haventje konden aanleggen. Toen de Japanse samurai vanuit Kyushu de eilanden aanvielen, aan het begin van de 17e eeuw, is het afgebrand en verlaten.
Weetje: hier groeien hikan kersenbomen, die eind januari / begin februari al bloeien - de vroegste bloesem van Japan.
HEILIGDOMMEN
_of_Sefa-Utaki(1).jpg)
foto: Wikimedia
Sefa-utaki
Al sinds de oudheid is dit de heiligste plaats in heel Okinawa, waar koningen (sinds de 16e eeuw althans) jaarlijks een pelgrimstocht naar maakten. Volgens de mythes kwam de scheppingsgodin Amamikyu hier ter aarde om mensen te maken en kastelen te bouwen. Deze spirituele plaats bestaat uit een aantal grotten en rotsformaties, omgeven door bossen. Specifieke plekken voor rituelen zijn vernoemd naar delen van kasteel Shuri. Toen Japan de lokale bevolking wilde assimileren heeft er ook een tijdje een Shintō heiligdom gestaan, maar de gebouwen daarvan zijn inmiddels verloren gegaan.
Weetje: utaki is een Okinawaanse term voor een heilige plaats. Op de Miyako en Yaeyama eilanden heten dat suku en on.
.jpg)
foto: Wikimedia
Harimizu-utaki
Toegegeven, visueel is dit niet bijzonder indrukwekkend. Historisch en spiritueel is het echter toch een speciaal plekje. Ook hier kwamen scheppingsgoden (een mannelijke en vrouwelijke) naar de waterige wereld om nieuwe eilanden te vormen en ze te bevolken met de eerste mensen. In dit geval in de Miyako regio. Een andere lokale legende vertelt over een grote witte slang die 's nachts een meisje bezocht om haar te bezwangeren met drie dochters, die zouden opgroeien tot de beschermheiligen van het eiland... waarna de slang zelf -vervuld van licht- bij dit tempeltje opsteeg naar de hemel.
Weetje: de stenen muren die er omheen staan zijn geplaats na een overwinning in de 15e eeuwse Oyake-Akabachi Oorlog.
.jpg)
foto: Wikimedia
Naminoue-gū / Nanminsan
Één van de acht shintō heiligdommen die gedurende de tijd van het Koninkrijk Ryūkyū onder speciaal beheer van de koninklijke familie stond (zgn. "hassha"). Aanvankelijk was het een spirituele plek voor de inheemse religieuze traditie, verbonden met de Oorsprong des Levens. Binnen het latere shintō systeem werd het een vereringsplaats van zeegoden. Voor eilandenrijk is dat natuurlijk cruciaal; de belangrijkste tempel van allemaal. Men kwam er om te bidden voor een veilige vaart, goede visvangsten, en vergelijkbare wensen met betrekking tot het open water. Het ligt dan ook vlak naast de haven van de hoofdstad Naha. Dat heeft er helaas ook voor gezorgd dat het vernietigd is tijdens de Slag om Okinawa. De hoofdhal stond er in 1953 weliswaar weer, maar de rest moest nog tot '93 wachten.
Weetje: ... tegenwoordig loopt er een snelweg langs, net voor het strand, in zee.
.jpg)
foto: Wikimedia
Sueyoshi-gū
Één van de Ryūkyū Hassha. Voornaamste object van verering is Izanami-no-Mikoto, de godin die volgens de Japanse shintō scheppingsverhalen alle eilanden maakte. Ook deze tempel sneuvelde in de oorlog, om uiteindelijk in 1972 hersteld te worden. En net als het geval was bij de hiernaast beschreven Naminoue-gū lag er op deze plek oorspronkelijk een utaki, maar voor wie of wat is niet bekend. Het is hoe dan ook door de eeuwen heen een heiligdom van belang geweest, dat in alles (bouw, kleding, offergaven, priesters, festivals...) gesponsord werd door de lokale vorsten. In navolging van heiligdommen op het vaste land kreeg het een boeddhistische tempel erbij, die de Grote Zon (Dainichi) Boeddha prees. Die is nu min of meer gereduceerd tot een begraafplaats.
Weetje: de naam betekent zoiets als "het ontluikend geluk" en is (met uitspraak suekichi) een rang binnen de bekende briefjes van omikuji horoscopen.

foto: Wikimedia
Futenma-gū
Één van de Ryūkyū Hassha, eveneens gewijd aan Izanami, maar ook aan o.a. Amaterasu (shintō zonnegodin) en een oudere inheemse drakengodheid. De bovengrondse tempel is op zich niet spectaculair, maar op het terrein ligt ook een 280m lange kalksteengrot. Hier zijn belangrijke archeologische vondsten gedaan, met zowel menselijke als dierlijke resten die 20,000 jaar oud zijn. Ook speelt het een rol in een oud volksverhaal over een vrouwelijke kluizenaar... Dat gaat zo: Er waren eens twee zussen, waarvan de oudste beeldschoon was, maar aandacht schuwde. Haar jongere zus trouwde met een man die heel graag het gezicht van zijn schoonzus wilde zien. Zusje lokt zus naar buiten, terwijl manlief in de bosjes toekijkt. Zij betrapte hem en voelde zich dusdanig gekwetst dat ze deze grot in vluchtte en nooit meer teruggezien is.
Weetje: momenteel is slechts 50m van de grot toegangelijk voor het publiek.
FESTIVALS EN TRADITIES

foto: Wikimedia
Hārī
(mei~juni)
De haarii (op enkele eilanden haaree) zijn drakenbootraces die op meerdere plaatsen in Okinawa worden gehouden, meestal verbonden aan een religieuze traditie - zoals het vragen om een behouden vaart en goede visvangst. Men maakt er in sommige gevallen speciale boten voor, en anders worden 'gewone' vissersboten versierd met een drakenkop en drakenstaart. Naast de hoofdstad van Okinawa -Naha- zijn de races bij Itoman en Tomigusuku grote publiekstrekkers. De oorsprong van deze traditie is wat onduidelijk, maar één verklaring is dat de jongere broer van de koning van Nansan (1 vd 3 territoria vóór de vorming van het koninkrijk Ryukyu) een dergelijke race organiseerde toen hij de kasteelheer van Toyomi werd, naar Chinees voorbeeld.
Weetje: de exacte datum wordt bepaald volgens de oude maankalender.
.jpg)
foto: Wikimedia
Ōtsunahiki
(2e zondag van oktober)
Het is haast onvoorstelbaar, maar zoals de foto doet vermoeden is dit een wedstrijd mega-touwtrekken. Met een diameter van 1,5m en een lengte tot wel 200m heeft het het Guinness World Records boek gehaald. Iets van dergelijke omvang is natuurlijk best lastig vast te houden, dus zitten er 7m lange zij-touwtjes aan waar de deelnemers eigenlijk aan trekken. Dat zijn vooral de inwoners van Naha (per wijk, oost tegen west), maar ook militairen van de nabije Amerikaanse basis en zelfs toeristen mogen meedoen. In totaal zijn er bijna 15,000 trekkers! Het bepalen van de winnaar duurt meestal 20~30min, al staat het record op 5min 56sec, neergezet in 2008.
Weetje: het touw wordt gemaakt van rijststro, dus moet er elk jaar een nieuwe gevlochten worden.
.jpg)
foto: Wikimedia
Tōgyū - stierensumo
(januari / mei / oktober)
Ja, dat leest u goed: ook in Japan worden stierengevechten gehouden. Op het hoofdeiland van Okinawa zelfs in vier plaatsen; Uruma, Motobu, Nakajin, en Yomitan. Het is een eeuwenoude traditie. Deze stieren worden echter niet (zoals in Europa) afgemaakt door een mens met speren en degens; hier nemen ze het alleen tegen elkaar op. Net als bij het sumo worstelen voor mensen wordt er slechts een paar keer per jaar gestreden, en krijgen de stieren titels voor hun overwinningen - met uiteindelijk één kampioen. Om het wat eerlijker te maken zijn er gewichtsklasse, wat overigens niet het geval is bij echte sumo.
Weetje: de stieren hebben wel menselijke "assistenten" in de ring, genaamd seiko.
BEZOEKSWAARDIGHEDEN

foto: Wikimedia
Yubu (eiland)
Op slechts een halve kilometer afstand van Iriomote ligt een veel kleiner eilandje, waarvan een groot deel bestaat uit een botanische tuin met honderden soorten subtropische planten. Dat maakt het op zich al wel een bezoekje waard, maar het meest bijzondere hieraan is eigenlijk de manier waarop men bij het eiland komt. Bij laagwater rijden er namelijk ossen-karren over het wad. De bestuurders vertellen onderweg vaak een verhaaltje, of bespelen de sanshin (snaarinstrument, voorloper van de shamisen in Japan).
Weetje: het werd landelijk bekend na een reclamespotje van Meidensha (het bedrijf dat er de elektriciteit verzorgd), in 1990.
.jpg)
foto: Wikimedia
Okinawa Prefectureel Museum
Dit zijn eigenlijk twee musea: één gericht op de lokale geschiedenis, en één die draait om kunst. In eerstgenoemde kunnen bezoekers alles te weten komen over de eilanden, van het voormalige koninkrijk Ryūkyū tot de teruggave aan Japan door de VS. Ook komt folklore, ambachten en de natuur aan bod. Het kunstmuseum heeft eveneens een vrij breed aanbod van beelden, schilderijen en media-installaties. Wel is het allemaal werk van grotendeels hedendaagse, lokale kunstenaars.
Weetje: vroeger lag het bij Kasteel Shuri, maar het is in 2007 verhuisd.
.jpg)
foto: Wikimedia
Oorlogsmonumenten
De Slag om Okinawa is een van de bloedigste uit de hele Tweede Wereld-oorlog, waarbij naar schatting 200,000 mensen omkwamen - de helft burgers. Meerdere monumenten, verspreid over het hoofdeiland, herinneren hieraan. De bekendste is het Prefectureel Vredespark met bijbehorend museum, waar men meer kan leren over de aanloop naar en het verloop van de Slag. Een andere grote is de "Hoeksteen der Vrede"; ook opgezet als een park (afgebeeld). Hier staan 116 stenen met daarop de namen van alle slachtoffers; ongeacht nationaliteit.
Weetje: het Himeyuri Monument is gewijd aan de meisjes (scholieren) die veldhospitaals runden in grotten.
.jpg)
foto: Wikimedia
Karate Kaikan
Okinawa is de geboorteplaats van de krijgskunst die we nu kennen als karate. Het spreekt dus voor zich dat er hier een speciale hal aan gewijd is. Naast de oude dōjō (afgebeeld) voor demonstraties, staat een complex met modernere sporthallen die te reserveren zijn voor een training. Ook is er een museum over de evolutie van de competetieve sport en de echte krijgskunst, incl. wapens van vóór de tijd dat het om blote handen en voeten draaide. Voor wie zich niet helemaal in het zweet wil werken, maar wel wat inspanning zoekt, heeft het interactieve onderdelen zoals stootzakken en speciale gewichten voor gewrichten.
Weetje: "Mr. Miyagi" (het personage, niet de acteur) uit de Karate Kid films kwam uit Tomigusuku, waar dit museum staat.
.jpg)
foto: Wikimedia
Ocean Expo Park
Een verzameling van verschillende attracties, verdeeld over een kuststrook van 3km. Daar vindt men bijvoorbeeld het Chura Umi Aquarium, de "beste" in Japan. Het heeft in ieder geval de grootste tank, waar walvishaaien in zwemmen. Ook tijgerhaaien en stierhaaien hebben hier een plekje, net als bioluminescente vissen - in de speciale diepzee afdeling. Het Oceanische Cultuur Museum belicht de menselijke kant van het verhaal, met replica's van traditionele schepen en een planetarium. Daarnaast is er een traditioneel dorp met huizen uit diverse streken en tijdsperioden, een botanische tuin met meerdere kassen en arboretums en de 36m hoge Uitkijktoren van Babel.
Weetje: het aquarium heeft in 1988 een prijs gewonnen voor hun fokprogramma van witpuntrifhaaien.
.jpg)
foto: Wikimedia
Voormalig hoofdkwartier van de Keizerlijke Marine
Wie letterlijk wat dieper in de oorlogs-geschiedenis wil kijken, kan terecht bij deze indrukwekkende -ietwat lugubere- locatie. Het bestaat uit honderden meters aan ondergrondse tunnels en kamers, op een heuvel van waaruit men het nabij gelegen vliegveld in de gaten kon houden. Omdat de aanleg hiervan geheim was, werd het (in twee maanden) volledig door militair personeel gebouwd. Het is grotendeels uitgehakt met pikhouwelen, waarvan de sporen hier en daar nog zichtbaar zijn. Twee derde van het commandocentrum is open voor het publiek en heeft Engelstalige bordjes.
Weetje: een deel van de gestationeerden hebben hier zelf een einde aan hun leven gemaakt, toen de strijd verloren bleek.
LOKALE SPECIALITEITEN
.jpg)
foto: Wikimedia
Irabu soep
Dit bijzondere traditionele gerecht werd ooit uitsluitend voor de koninklijke familie van Ryūkyū bereid. Het hoofdingrediënt is namelijk koraalslang, wat alleen door noro (priesteressen) mocht worden gevangen. De slang wordt in eerste instantie gerookt en gedroogd, om er later een bouillon van te trekken. Daarbij voegt men verschillende extra's, zoals "eilandtofu", varkensvlees, kombu (zeewier) of wilde kruiden.
Weetje: men geloofde dat dit gerecht geneeskrachtige eigenschappen had en vooral goed was bij herstel van ziekte, na bevallingen, of tegen zenuwpijn / reuma.
.jpg)
foto: Wikimedia
Sukugarasu
Hoewel de baarsachtige konijnvissen (ja, echt waar) ook gewoon zo gegeten kunnen worden, gebruikt men voor dit 'gerecht' enkel de jonkies. Daarvan worden de grote stekels verwijderd, en na 3x wassen in een zoutoplossing gaan ze voor ongeveer drie maanden een koude kelder in, in nog meer zout. Het resultaat gaat op de fles met wat chilipepers, tot ze een beetje bruin zijn, maar hun zilveren glans behouden. Standaard worden ze op een blokje lokale tofu geserveerd, om de unieke smaak iets te verzachten.
Weetje: het is een specialiteit op de Amami eilanden, waar ze het ook eten met wat citroensap, of in stoofpotjes.
.jpg)
foto: Wikimedia
Sātā andāgī
De populairste zoetigheid in Okinawa zijn deze 'oliebollen'. Net als bij ons zijn ze in feite heel simpel te maken: bloem, suiker en ei. Die mix gaat als kleine ballen de frituur in (op relatief lage temperatuur) tot de buitenkant lichtbruin en krokant is, en de binnenkant nog cake-achtig zacht. Het wordt gezien als een gelukbrenger, omdat de barsten die ontstaan tijdens het frituren lijken op lachende monden of bloeiende bloemen.
Weetje: het betekent letterlijk "suiker-olie-frituur" (in het Japans; "satō abura age"), en wordt ook gegeten in Hawaii.
.jpg)
foto: Wikimedia
Mūchī
De Okinawaanse versie van 'mochi'; een traditioneel snoepgoed gemaakt van kleefrijst. Na het tot moes stampen mengt men de rijstebrij met suikers en paarse yam (wortelknol), om het vervolgens in een gemberblad te wikkelen en te stomen. Op Okinawa en omstreken (dus niet zozeer de Miyako en Yaeyama eilanden) wordt het vooral veel gegeten in december en januari, om te wensen voor geluk en lang leven.
Weetje: het wordt ook wel onimochi genoemd, vanwege een volksverhaal waarin het snoepje gebruikt wordt om een monster (oni) te doden.
.jpg)
foto: Wikimedia
Awamori / āmui
Natuurlijk konden ook de mensen op de tig eilanden in deze regio van oudsher niet zonder alcohol. Vandaar dat in de 15e eeuw een uit rijst gedistilleerde drank ontstond die tot op heden alleen in deze prefectuur wordt gemaakt; āmui (of awamori, in het Japans). Het alcohol percentage loopt uiteen van 25% tot wel 60%. Meestal drinkt men het 'jong', met water en ijs, maar het kan ook rijpen, in potten of vazen van klei. Als het minstens drie jaar oud is heet het "kusu".
Weetje: een andere populaire lokale drank is kokutō shōchū; een distillaat van bruine suiker, met 25~30% alcohol.

foto: Wikimedia
Tsuboya aardewerk
Toen dankzij ingrijpen van de Tokugawa shoguns de import van Chinees aardewerk ophield, bleef de vraag wel gewoon bestaan, dus ontwikkelde men hier in de 17e eeuw zelf (mede dankzij Koreaanse pottenbakkers) een nieuwe stijl. Het zijn vooral de decoraties en het glazuur die kenmerkend zijn voor dit lokale 'massaproduct'. Met slibgieten kon men het snel in grote hoeveelheden leveren, terwijl het gebruik van koraal of kaf er een eigen natuurlijke draai aan gaf.
Weetje: voor alcohol had men vroeger speciale potjes, waar een balletje in zit dat rammelt zodra de pot leeg is. ("kara-kara")