Shikoku
Shikoku -letterlijk "Vier Landen"- is de kleinste van de vier hoofdeilanden en is net de grootste vrij dun bevolkt. Dit geeft avonturiers volop de ruimte. Zij kunnen hun hart ophalen in de bergen, waarvan de hoogste bijna 2,000m is, gaan raften in de rivieren, of surfen aan één van de grote stranden in het zuiden. Toch blijft Shikoku vooral bekend om de Shingon Boeddhistische pelgrimstocht langs 88+ tempels, verspreid over het eiland. Naar gelang men de tijd, vitaliteit en middelen heeft, kan deze 1200km+ lange toch te voet, fiets, auto of bus afgelegd worden. "Je moet haast wel gek zijn" is dan ook zo'n beetje het motto van het jaarlijkse traditionele Awa Odori festival, dat in heel Japan bekend is. Net als de citrusvruchten, overigens. Een aantal steden aan de noordkant met hun beroemde kastelen en tuinen biedt ook nog eens meer dan genoeg materiaal voor "city-trippers". Kortom, de onontdekte parel van zuid Japan.
Waarom naar Shikoku?
Waar is Shikoku?
NATUURGEBIEDEN
foto: Wikimedia
Nationaal Park Seto-Naikai
Samen met Unzen en Kirishima is dit het oudste Nationale Park van Japan; benoemd in 1934. Het beslaat inmiddels iets meer dan een derde van de Japanse Binnenzee; helemaal van Wakayama tot Kitakyushu. Daartussen liggen ongeveer 3000(!) eilandjes - zoals "kunsteiland" Naoshima en "tempeleiland" Itsukushima. De draaikolken in de buurt van Naruto genieten de meeste bekendheid, in ieder geval in Japan zelf, maar er is natuurlijk veel meer moois te zien. Zo kunt u een boottochtje maken tussen de eilanden, fietsen over de verbindende bruggen, of met de auto langs de slingerende kust.
Weetje: het bekendste streekproduct hier zijn de (werkelijk heerlijke) mandarijnen en citroenen.
foto: Wikimedia
Nationaal Park Ashizuri-Uwakai
In feite verschillende natuurgebieden, die 50 jaar geleden tot één Nationaal Park zijn gemaakt. Zo heeft het bergpassen, valleien met watervallen, een baai, een eilandje, en rotsformaties die de bijnaam "drakenruggengraat" hebben gekregen. De naam van dit park komt echter van de kliffen aan de zuidwestelijke kant van het eiland. Een prachtige combinatie van subtropisch groene planten en helder blauwe zee. Een paar eeuwen geleden geloofde men dat er hier een directe route naar het Paradijs lag, waardoor het helaas een populaire plaats was voor zelfdodingen.
Weetje: het uiterste puntje van de kaap wordt de "Neus van de Tengu" genoemd.
foto: Wikimedia
Ritsurin Park
Dit wordt gezien als een van de mooiste landschapstuinen in heel Japan. Het is in eerste instantie aangelegd door de lokale heer in 1625, waarna er nog ruim 100 jaar aan gewerkt is door diens opvolgers. Toen er eind 19e eeuw een einde kwam aan de samuraiklasse, veranderde de nieuwe regering het in een openbaar park. Het noordelijke deel is herontworpen in westerse stijl en heeft musea. Het zuidelijke deel is traditioneel, met een restaurant waar u kunt genieten van prachtige lunches in *kaiseki* stijl; veel verschillende kleine gerechtjes geserveerd in lakwerk schaaltjes.
Weetje: op één van de vijvereilandjes ligt een rododendron geknipt in de vorm van een hart.
foto: Wikimedia
Iya Vallei
In het hart van Shikoku stromen wilde rivieren door de stille bergen, wat het een geweldige plek maakt voor outdoor activiteiten zoals kajakken, hiking, en mountainbiken. Wie liever rustig aan doet kan langsgaan bij de kleine dorpjes waar traditionele huizen en gebruiken in stand worden gehouden. De geschiedenis gaat hier ver terug: toen eind 12e eeuw de Taira familie een oorlog met de Minamoto familie (bekend als de eerste shoguns) verloor, schijnen ze hierheen gevlucht te zijn. Om rivieren over te steken maakten ze bruggen van klimplanten, die tot op heden bewaard zijn.
Weetje: bij het wereldkampioenschap raften in 2017 werd NL hier tweede.
foto: Wikimedia
Ishizuchi Berg
Met een top van 1982m is dit de hoogste berg van Shikoku. Hij staat niet alleen in de top 100 van Japanse pieken, maar behoort ook tot de "Zeven Heilige Bergen". Het is daardoor een belangrijke plek voor shugendō beoefenaars (bergasceten). Waaghalzen kunnen de steile klim naar de top maken met behulp van grote kettingen, maar ook de meer ontspannen wandelaar kan er komen: een slingerend pad met trappen en leuningen leidt eveneens helemaal naar het Shintō heiligdom.
Weetje: op de 1e dag van het klimseizoen (in juli) mogen vrouwen de berg niet beklimmen.
foto: Wikimedia
Ryūga Grot
Een van de drie grootste kalksteengrotten in heel Japan, met bijna vier kilometer aan tunnels. Een kwart is begaanbaar via een wandelroute, andere delen mag men verkennen als "avonturenroute" - met de juiste uitrusting en onder begeleiding van een gids natuurlijk. Archeologische vondsten (zoals potten, as en botten) wijzen erop dat deze plek duizenden jaren geleden door mensen is gebruikt als schuil- of woonplaats. Sommige stukken aardewerk zijn in de loop der tijd één geworden met de omringende druipstenen.
Weetje: de naam betekent overigens Draken-rivier, want er stroomt ook water door de grot.
STEDEN & DORPEN
foto: Wikimedia
Tokushima
De hoofdstad van de gelijknamige prefectuur ligt aan de monding van de rivier de Yoshino, waar het zich aanvankelijk ontwikkelde als typisch kasteelstadje. Jammer genoeg is haast driekwart vernield tijdens de Tweede Wereldoorlog; van het historisch centrum is dus zo goed als niets over. De cultuur is echter nog even levendig als altijd. In augustus wordt hier de Awa Odori gehouden: een kleurrijk traditioneel dansfestival, met duizenden deelnemers en bezoekers. Gedurende de rest van het jaar kan men een kleine voorstelling hiervan bekijken in het daarvoor gebouwde theater - en misschien mag u zelf wel even meedoen. De stad bezichtigen kan met een kort boottochtje rond het centrum of een kabelbaanrit naar de top van Bizan, van waaruit u een geweldig uitzicht heeft over de omgeving.
Weetje: niet ver hier vandaan liggen uitgestrekte velden met lotussen, verbouwd voor consumptie.
foto: Wikimedia
Matsuyama
Grootste stad van Shikoku, met meer dan een half miljoen inwoners en veel om te zien en te doen. Zo zijn er festivals in de lente, zomer en herfst, liggen er 8 van de 88 pelgrimstempels, en heeft het een aantal belangrijke musea. Met name de regionale kunstenaars, schrijvers en dichters (zoals Natsume Sōseki en Masaoka Shiki) worden hier in de schijn-werpers gezet. Voor wie houd van oud is er een mooi kasteel en een onsen (heetwaterbron) wiens geschiedenis wel 1000 jaar terug gaat. Die laatste was zelfs de inspiratie voor de Ghibli film "Spirited Away". Bent u de stad toch beu, dan kunt u de boot nemen naar verschillende eilanden in de buurt, om op een van de vele stranden te gaan liggen of te snorkelen in zee.
Weetje: de Dōgo onsen heeft twee baden waar alleen de keizerlijke familie en/of de keizer zelf gebruik van mag maken.
foto: Wikimedia
Uwajima
Gelegen aan de niet-zo-makkelijk te bereiken westkust van het eiland, weten maar weinig toeristen deze havenstad te vinden. Terwijl het stiekem best veel te bieden heeft. De zee iets ten zuiden ervan maakt deel uit van het Nationaal Park Ashizuri-Uwakai, en de lokale industrie kenmerkt zich door veel parelkwekerijen. Van het kasteel dat hier staat is weliswaar enkel de hoofdtoren over, maar dat is dan wel 1 van de slechts 12 originelen (d.w.z. van hout, uit 1666) in heel Japan. Het werd destijds geregeerd door de Date familie, ter wiens nagedachtenis er een museum is opgericht. Een museum van heel andere (erotische) aard staat in de buurt van een heiligdom gewijd aan vruchtbaarheidsgoden. De meest uitzonderlijke traditie is toch wel de stieren-sumo die men 5x per jaar organiseert. [zie onder]
Weetje: Von Siebold's dochter Ine Kusumoto, de eerste vrouwelijke arts in Japan, heeft in deze buurt gewoond.
GESCHIEDENIS
foto: Wikimedia
Kasteel Matsuyama
Gelegen in het hart van de stad, op 132 meter hoogte, springt dit kasteel vanuit overal in het oog. Oorspronkelijk had het hoofdgebouw (de tenshu) vijf verdiepingen, maar toen de kasteelheer werd overgeplaatst naar Aizu, nam hij het geheel mee. Matsudaira Sadayuki, een familielid van de shogun, liet vervolgens nieuwe toren bouwen van drie verdiepingen. Die brandde weliswaar af door een blikseminslag, maar werd uiteindelijk toch weer herbouwd: de huidige versie stamt uit 1854.
Weetje: aan de andere kant van de Binnenlandse zee ligt ook nog een Kasteel Matsuyama.
foto: Wikimedia
Kasteel Kōchi
Het enige kasteel in heel het land waarvan alle gebouwen binnen de centrale verdedigingsring bewaard zijn gebleven. Het heeft dus niet alleen een originele tenshu, maar bijvoorbeeld ook de paleiswoning van de kasteelheer, met traditionele tatami kamers. Om dat alles netjes te houden moeten bezoekers de schoenen uittrekken - zoals gebruikelijk op wel meer plekken in Japan. Op het terrein ligt behalve een park ook de prefecturale bibliotheek en een literatuurmuseum.
Weetje: het "Vrijheidspark" is een verwijzing naar Japan's eerste politieke partij, van Itagaki Taisuke.
foto: Wikimedia
Kasteel Imabari
Een van zeldzame kustforten in Japan, die voor het vullen van de grachten gebruik maakt van de zee. De muren verkeren in originele staat, maar alle andere gebouwen zijn moderne (betonnen) reconstructies. Zowel de hoofdtoren als de kleinere torens worden gebruikt als musea; uiteraard de gebruikelijke geschiedenis en antiek, maar ook wetenschap, en als tentoonstellings-ruimtes voor lokale kunstenaars. Het shinto heiligdom aan wie het terrein eind 19e eeuw verkocht is, staat er ook nog steeds - het is een populaire trouwlocatie.
Weetje: Imabari staat binnen Japan bekend om de kwaliteit van handdoeken.
foto: Wikimedia
Kasteel Marugame
Bovenop een 66 meter hoge heuvel ligt kasteel "Cirkel Schildpad". Het is grotendeels aangelegd in de 17e eeuw, door Yamazaki Ieharu, die dit gebied toegewezen kreeg voor zijn rol in de Shimabara opstand. Door verschillende branden en vernieling door de Meiji regering (eind 19e eeuw) is er bijna niks van over. Wonder boven wonder is de houten *tenshu* nog intact - evenals twee grote poortgebouwen. Ook de buitenste grachten zijn gedempt, maar de binnenste gracht is met rust gelaten.
Weetje: volgens een legende is een lokale tofu-maker levend ingemetseld in de muren als offer.
foto: Wikimedia
Kasteel Uwajima
Gebouwd eind 16e eeuw, door de "rags-to-riches" (voetsoldaat naar kasteelheer) Tōdō Takatora. Ongeveer tien jaar later werd het overgenomen door de oudste zoon van beroemd krijgsheer Date Masamune, die het in de decennia erop nog flink uitbreidde. De gebouwen liepen helaas zware schade op door een aardbeving in 1854, waarna het merendeel volledig werd afgebroken. Het gedetailleerde schaalmodel van 1:10 dat men gebruikte voor de grote restauratie is nog steeds te zien in het kasteel zelf.
Weetje: de Date familie komt oorspronkelijk uit het hoge noorden, in de buurt van Sendai.
foto: Wikimedia
Kasteel Ōzu
Een authentieke reconstructie, compleet gebouwd zonder gewapend beton en moderne machines. De oorspronkelijke hoofdtoren is verloren gegaan in 1888, al zijn twee kleinere wachttorens wel bewaard gebleven. Beide hebben de status van belangrijk cultureel erfgoed gekregen. Voor wie zich altijd al eens kasteelheer of -dame heeft willen voelen, is dit een uitgelezen kans: men kan er namelijk overnachten. Ook het bijbehorende theehuis, hangend over de oever van de rivier de Hiji is dan uitsluitend voor het gebruik van gasten.
Weetje: het kasteel heeft meerdere namen gehad, waaronder Kasteel Hishi, Ōtsu, en Jizōgatake.
HEILIGDOMMEN
foto: Wikimedia
Een 1200km lange pelgrimstocht langs 88+ Shingon Boeddhistische tempels verspreid over het hele eiland. Wat deze gemeen hebben is dat ze allemaal gesticht zijn door (of een bijzondere band hebben met) de monnik Kūkai, ook wel bekend onder zijn postume naam Kōbō Daishi. Men kan de route op traditionele wijze te voet afleggen, maar ook met de fiets, motor, auto of bus tour. Elke prefectuur heeft wel een aantal prachtige goed bereikbare tempels, ook voor niet-pelgrims. De hoogste ligt op 900 meter!
Weetje: het lopen van de tocht in tegengestelde richting schijnt meer karmapunten op te leveren.
foto: Wikimedia
Shōdoshima
Een mini henro van 125km, voor wie minder tijd heeft en toch 88 bijzondere heiligdommen van Shikoku wil bezoeken - al ligt het technisch gezien op een ander eiland. Ook hier loopt men langs mooie stranden, indrukwekkende bergen, en door gastvrije dorpen en steden. Het dragen van witte kleding -die u kenmerkt als pelgrim- en strohoed is natuurlijk aangeraden, maar zeker niet verplicht.
Weetje: het is de eerste plek in Japan waar men erin slaagde olijven (nu dus de lokale specialiteit) te verbouwen, en heeft de bijnaam "Olijfeiland".
foto: Wikimedia
Kotohiragū / Kompirasan
Op iets meer dan 520 meter hoog, halverwege de berg Zōzu, ligt een honderden (mogelijk duidenden) jaren oud Shintō heiligdom voor de god van de zeevaart. U kunt zich voorstellen dat deze erg populair is in een eilandenrijk als Japan. Het telt dan ook heel wat verschillende hallen en bijgebouwen, en in de loop der eeuwen is er een aardig stadje ontstaan van herbergen, restaurants en souvenirwinkels in de aanloop naar de tempel. Niet alleen vissers, maar ook marine personeel komt hier bidden voor een behouden vaart.
Weetje: verspreid over Japan zijn er zo'n 600 "officiële" Konpira heiligdommen.
FESTIVALS EN TRADITIES
foto: Wikimedia
Awa Odori
(12~15 augustus)
Hét festival van Shikoku vindt plaats in augustus, rond Obon; de Boeddhistische feestdagen ter ere van de voorouders. Vanuit heel Japan komt men naar Tokushima voor dit traditionele dans-festival. Dansers vormen aparte groepen (ren) die zich van elkaar onderscheiden door kleurrijke kleding en slogans. Zij trekken overdag in een kilometers lange parade door de stad onder begeleiding van fluiten, trommels, bellen en shamisen (een snaar-instrument). Mannen en vrouwen hebben hun eigen dansstijl. 'S avonds wordt er, wellicht met een borrel op, wat wilder gedanst en kunnen ook de toeschouwers meespringen op het ritme.
Weetje: Awa-no-Kuni is de oude naam van de prefectuur Tokushima.
foto: Wikimedia
Yosakoi
(9~12 augustus)
Ook dit is een festival waar het draait om dans. In teamverband en felgekleurde kleding worden de meest energieke choreografieën opgevoerd. Het zijn competities waarbij men traditionele dansbewegingen met modernere muziek combineert. Kenmerkend is het gebruik van de *naruko* - houten klappers, in beide handen. Het is een vrij recente traditie: voor het eerst gehouden in 1954, in Kōchi. Toch is het inmiddels razend populair. Vooral onder jongeren (elke school heeft wel een clubje), ook al staat het in principe open voor alle leeftijden. Het is zelfs internationaal bekend.
Weetje: ook Nederland heeft een Yosakoi groep - "Raiden" - dat optreedt bij Japan evenementen.
foto: Wikimedia
Niihama Taiko Festival
(15~18 oktober)
Meer dan 50 ' taiko' (grote trommels) verzamelen zich in het kleine stadje voor een meerdaags "vechtfeest". Ooit waren de trommels slechts de begeleiders van de 'mikoshi' (draagbare heiligdommen), maar nu draait het allemaal om deze gevaartes. De huidige taiko zijn enkele meters hoog en wegen duizenden kilo's! Met behulp van lange palen worden ze opgetild door honderd tot tweehonderd mannen, die er mee zwieren, draaien en gooien. De gemoederen onder de buurt-genootschappen lopen vaak hoog op, waardoor er zo nu en dan wel eens een knokpartijtje uitbreekt...
Weetje: het aantal festivalbezoekers is wel 2~3 keer zo veel als het aantal inwoners.
BEZOEKSWAARDIGHEDEN
foto: Wikimedia
Naoshima - "Kunsteiland"
Wat ooit een bijna verwoestte plek was, is nu een internationaal bekende locatie voor moderne kunst. Toen Japan in de 20e eeuw zeer snel industrialiseerde, opende Mitsubishi Materials een kopermijn en raffinaderij op het eiland. Dat zorgde voor veel werkgelegenheid, maar ook aanzienlijke milieuschade. Sinds de jaren '80 is er een andere wind gaan waaien; nu gaat de aandacht vooral naar cultuur en onderwijs. Het heeft maar liefst zes musea en openbare kunst-projecten, met een hotel en badhuis.
Weetje: de gemeente bestaat eigenlijk uit 27 eilandjes met slechts 3000 inwoners.
foto: Wikimedia
Tōgyū - stierengevechten
Ja, dat leest u goed: ook in Japan worden stierengevechten gehouden. Bijvoorbeeld in Uwajima (prefectuur Ehime). Het is een traditie die honderden jaren oud is. Deze stieren worden echter niet afgemaakt door een mens met speren en degens; hier nemen ze het tegen elkaar op. Net als bij het sumo worstelen voor mensen wordt er slechts een paar keer per jaar gestreden, en krijgen de stieren titels voor hun overwinningen - met uiteindelijk één kampioen. Om het wat eerlijker te maken zijn er gewichtsklasse, wat overigens niet het geval is bij echte sumo.
Weetje: men houdt stierengevechten op negen plaatsen in Japan, waarvan er vier in Okinawa liggen.
foto: Wikimedia
Aoshima - "Katteneiland"
Dit kleine eilandje van nog geen halve vierkante kilometer wordt in de volksmond ook wel Neko-no-Shima genoemd. Oftewel: Katteneiland. Nogal voor de hand liggend, want er wonen meer dan 200 van deze beestjes, wat 35x zo veel is als het aantal mensen. Oorspronkelijk hoorden ze bij de vissersvloot, om ongedierte weg te houden en om de vissers geluk te brengen. Ondertussen is het een beetje een probleem geworden, maar ja... Aan de andere kant brengt het nu wel de nodige toeristen naar het eiland.
Weetje: dit is niet het enige katteneiland. Ook in de regio Tohoku ligt er eentje.
LOKALE SPECIALITEITEN
foto: Wikimedia
Sanuki Udon
Een dikke, vierkante en ietwat 'taaie' (al dente) stijl noodles, gemaakt van tarwe. Hoewel udon overal in Japan te krijgen is, kenmerkt de traditionele bereidingswijze van Sanuki zich door een bouillon van kleine gedroogde visjes - vaak sardientjes of ansjovis. Dit vormt ook de basis voor de dipsaus die men erbij geserveerd krijgt.
Weetje: (tja, terugkerend thema...) Sanuki is de oude naam van de provincie die tegenwoordig Kagawa heet.
foto: Wikimedia
Katsuo-tataki
Plakken tonijn die voornamelijk vers / rauw zijn (zoals sashimi), maar waarvan de buitenkant heel kort is aangebrand. Deze methode schijnt te zijn ontwikkeld in Kōchi; de zuidelijke kant van het eiland. Volgens de lokale overlevering was het de volksheld Sakamoto Ryōma die de techniek van het grillen had afgekeken van buitenlanders in Nagasaki.
Weetje: tataki wordt ook wel tosa-mi genoemd, naar de oude provincie (Tosa).
foto: Wikimedia
Awa-ai (indigo)
Al sinds de Middeleeuwen is Tokushima (vroeger Awa geheten) het landelijke centrum van indigo productie. Destijds was de productie ervan een streng bewaard geheim; wie dit doorvertelde wachtte gevangenis of zelfs de doodstraf. Tot op de dag van vandaag is men hier buitengewoon trots op de prachtige blauwe stoffen, die in uiteenlopende patronen te koop zijn.
Weetje: 'indigo' klinkt hetzelfde als 'liefde'.