Chūgoku
Op Hiroshima (bij wijze van één tragische gebeurtenis) en de iconische oranjerode torii in het water bij Miyajima na, is de regio relatief onbekend bij het brede publiek. Deze beide plaatsen zijn de moeite waard - zeker als u ook een beetje buiten de toeristische hotspots kijkt - maar de prefecturen van het zogehete "Middenland" hebben meer in hun mars. Het Nationaal Park Seto Naikai bijvoorbeeld, aan de Japanse Binnenzee. Dat biedt schitterende uitzichten over honderden eilandjes. Via een aantal van deze eilanden en een bijna 60km lang systeem van bruggen (met een apart voet- en fietspad) is Honshū verbonden met Shikoku. Verder landinwaarts liggen uitgestrekte velden, ook perfect voor een fiets- of wandeltocht. Als u geïnteresseerd bent in shintō of architectuur, mis dan zeker de imposante Izumo Taisha niet; één van Japan's oudste en voornaamste heiligdommen. De regio wordt doorgaans opgesplitst in een zuidkant en een noordkant, die bekend staan als de "zonzijde"(山陽)en "schaduwzijde"(山陰)van de centrale bergketen.
Waarom naar Chūgoku?
Waar is Chūgoku?
NATUURGEBIEDEN
foto: Wikimedia
Nationaal Park Seto-Naikai
Samen met Unzen en Kirishima is dit het oudste Nationale Park van Japan; benoemd in 1934. Het beslaat inmiddels iets meer dan een derde van de Japanse Binnenzee, van Wakayama tot Kitakyushu. Daartussen liggen zo'n 3000(!) eilandjes - zoals "kunsteiland" Naoshima en "tempeleiland" Itsukushima. De draaikolken in de buurt van Naruto genieten de meeste bekendheid, in ieder geval in Japan zelf, maar er is natuurlijk veel meer moois te zien. Zo kunt u een boottochtje maken tussen de eilanden, fietsen over de verbindende bruggen, of met de auto langs de slingerende kust.
Weetje: het bekendste streekproduct hier zijn de (werkelijk heerlijke) mandarijnen en citroenen.
foto: Wikimedia
Nationaal Park Daisen-Oki
De focus van dit park ligt op de grootste berg in de regio: de vulkaan Daisen (1729m). Het is al eeuwenlang een belangrijke spirituele plek, getuige de Boeddhistische tempel halverwege en het Shinto heiligdom bij de top. Ook de kleinere vulkanen in de buurt horen bij het natuurgebied, samen met de vlaktes ertussen. Perfect voor wie houdt van uitdagende wandelingen. Het andere deel van het park wordt gevormd door de restanten van twee enorme vulkaan-kraters, zo'n 40~80km van de kust. De vier grootste eilanden van deze mini archipel zijn bewoond en bereikbaar met een regelmatige veerdienst.
Weetje: de Oki eilanden waren vroeger een ballingsoord, voor o.a. Keizer Go-Toba.
foto: Wikimedia
Nationaal Park San'in Kaigan
Een schitterende kuststrook aan de "schaduwzijde" (d.w.z. de noordkant) van de bergen, gekenmerkt door een groot aantal baaien. Daar vindt men allerlei rotsformaties, grotten en stranden die aansluiten op een helder blauwe zee. Het varieert van ruige kliffen tot haast tropisch ogende snorkelplekjes. Her en der uitstekende eilandjes zijn begroeid met zwarte dennen, die behoren tot de klassieke schoonheden van Japan. Het grootste deel ligt in de Kansai regio, maar in het westelijke stuk van dit park liggen de huizenhoge zandduinen die de "Woestijn van Japan" worden genoemd.
Weetje: als u mensen wilt doen denken dat u toch naar Egypte bent gegaan, kan u in Tottori op de foto met een kameel.
foto: Wikimedia
Akiyoshi Grotten
In het westelijkste puntje van Honshu ligt een uitgestrekt karstlandschap; het Akiyoshi Plateau. Onder dit natuurgebied hebben zich vele honderden grote kalksteengrotten gevormd, die naar schatting een miljoen jaar oud zijn. Dat is gebaseerd op de gevonden fossielen van neushoorns, olifanten en tijgers, naast allerlei voorwerpen uit de Steentijd. Jammer genoeg is slechts een klein deel ervan (ongeveer één kilometer) momenteel toegankelijk voor bezoekers. Bovengronds is er een museum.
Weetje: met een totale lengte van 10km is het een van de langste grotten in Japan.
foto: Wikimedia
Kōrakuen
Een van de drie mooiste tuinen van Japan, zegt men. Grote vijverpartijen, kleine beekjes, veel bamboe en bloemen, met op de achtergrond -ontworpen alsof het erbij hoort- het kasteel van Okayama. Ontegenzeggelijk een mooi gezicht. De tuin is in 1700 aangelegd door de eigenaren van dat kasteel, en maar met kleine beetjes aangepast door latere kasteelheren. Eind 19e eeuw kwam het in bezit van de prefectuur, die het openstelde voor het algemeen publiek.
Weetje: de naam komt van een gezegde over hoe een heer zich dient te gedragen t.o.v. het volk - "Rouw eerder, Geniet later".
STEDEN & DORPEN
foto: Wikimedia
Hiroshima
Natuurlijk is deze naam bekend van "de bom", waar de vele monumenten in het Vredespark ons aan herinneren. Het bijbehorende museum belicht vooral de verwoestende gevolgen ervan; een nationaal trauma. Maar... zoals ook Rotterdam herbouwd is, is Hiroshima uit de as herrezen als een moderne, levendige stad. Het zit vol met cafés, restaurantjes en uitgaansgelegenheden. Ook de geschiedenis is niet geheel verdwenen: men heeft het kasteel herbouwd en de tuinen zijn hersteld tot hun vooroorlogse glorie. De gunstige ligging aan de (met een shinkansen verbonden) zuidkust maakt het een prima uitvalsbasis voor het verkennen van de rest van west Honshu en de nabije eilanden in de Binnenzee.
Weetje: het heeft ongeveer evenveel inwoners als Rotterdam (1,2 miljoen).
foto: Wikimedia
Yamaguchi
Ooit (een eeuw of vier, vijf geleden) was dit de zetel van de machtige O-uchi familie. Helemaal in het westen van West Honshu bleef het rustig tijdens de Strijdende Staten periode, waardoor Yamaguchi kon uitgroeien tot een erg welvarende stad. Het kreeg zelfs de bijnaam "Kyoto van het Westen". Dat is tegenwoordig nog te merken aan de mooie tempels en heiligdommen, met hun pagoda's en tuinen. Één daarvan is bijvoorbeeld een kleinere versie van de Grote Schrijn in Ise - hoofdtempel van het keizerlijk huis. Een andere bijzondere is de Xavier Gedenkkerk, die een cruciaal stukje geschiedenis van het Christendom in Japan belicht.
Weetje: ondanks de gelijkenis in naam heeft het niets te maken met Japans grootste yakuza familie.
foto: Wikimedia
Kurashiki
Deze stad vormde vroeger een belangrijk knooppunt op de handelsroute tussen west en centraal Japan. De naam betekent dan ook letterlijk "pakhuizen spreiding". In het historisch centrum vindt u een lange gracht waaraan deze oude pakhuizen staan, te midden van allerlei winkeltjes en musea. Er wordt veel traditioneel handwerk verkocht en tentoongesteld. De straten eromheen hebben net zo goed hun charme behouden, door het weglaten van elektriciteitsmasten. Erg leuk om doorheen te wandelen dus, of even met een bootje doorheen te varen. Ook kan men fietsen door de graanvelden in de omgeving, met allerlei bezienswaardigheden.
Weetje: hier staat het eerste museum voor Westerse kunst in Japan, opgericht in 1930.
foto: Wikimedia
Matsue
De hoofdstad van de prefectuur Shimane staat bekend als de "Waterstad", dankzij de ligging tussen twee meren én de zee. In de kleine stad zelf ligt één van de weinige originele (d.w.z. in oorspronkelijke staat verkerende) kastelen in Japan, met daarbij een aantal oude samurai woningen. De beroemdste daarvan is het huis waar Koizumi Yakumo woonde; de Grieks-Engelse schrijver die wij beter kennen als Lafcadio Hearn. In de wijdere omgeving van Matsue treft u een aantal bijzondere tuinen en parken, waaronder Daisen-Oki. Daarnaast is het heiligdom van Izu niet ver, en kan men vanuit hier makkelijk een uitstapje maken naar de Iwami zilvermijnen.
Weetje: het is een zusterstad van de net zo waterige stad New Orleans, in de VS.
foto: Wikimedia
Hagi & Tsuwano
Wellicht steden die allebei in de categorie "Geschiedenis" hadden gemogen, want hun aantrekkingskracht is grotendeels te danken aan straten die doen denken aan vroeger. Hagi was het machtscentrum van de Mori familie, die 250 jaar lang de grootste krijgsheren in de regio waren. Net als Tsuwano heeft het een mooi bewaard gebleven samurai district - plus de nodige tempels en heiligdommen. Beiden hebben ook ooit een kasteel gehad, waarvan nu slechts ruïnes over zijn. In de buurt van Hagi liggen bovendien een scheepswerf en ovens voor metaalwinning: beide plekken zijn Werelderfgoed, als overblijfselen van Japan's Industriële Revolutie.
Weetje: Itō Hirobumi, Japan's eerste minister president (1885) woonde in Hagi.
foto: Wikimedia
Onomichi
Een stadje dat bekend staat om twee dingen. In de eerste plaats de vele Boeddhistische tempels. Slingerend tussen de heuvels ligt een wandelroute die tientallen kleine heiligdommen aandoet. Een handvol maakt overigens deel uit van de Chūgoku 33 Kannon pelgrimstocht. De tweede -recentere- trekpleister is de Shimanami Kaidō; een reeks bruggen over de Binnenzee, die via verschillende eilanden Honshu met Shikoku verbindt. Deze 60km lange route is de enige tussen de twee hoofdeilanden die toegankelijk (en zelfs ontworpen is) voor voetgangers en fietsers.
Weetje: één van de tempels heeft grote replica's van andere beroemde Japanse bouwwerken, zoals de poort van Tokugawa Ieyasu's mausoleum.
GESCHIEDENIS
foto: Wikimedia
Kasteel Matsuyama
Ook wel bekend als kasteel Takahashi, naar de man die het heeft laten bouwen - maar niet graag zijn eigen naam hoorde. Het is het enige bergkasteel met een originele vesting uit de 17e eeuw. Aangezien het op 430m hoogte ligt, biedt het een uitstekend uitzicht over de omgeving, zoals de stad langs de rivier. Vanaf een bergtop aan de andere kant van het dal heeft u ook een prachtig uitzicht op het kasteel zelf - zeker op mistige dagen, waarbij het boven een zee van wolken lijkt te drijven. Om er te komen moet men overigens wel even klimmen, want er zijn geen wegen die helemaal naar de burcht gaan.
Weetje: in 2018 is een verdwaalde kat (Sanjūrō geheten) benoemd tot ere-kasteelheer.
foto: Wikimedia
Kasteel Matsue
Behalve de donjon (het hoofdgebouw) en een paar muren is er weinig meer van over, maar het is wel één van de enige kastelen in Japan dat geen betonnen reconstructie is. Het is bovendien het enige kasteel in de hele San'in streek (noord-zijde van Chūgoku) dat nog overeind staat, en één van de slechts vijf kastelen met "Nationale Schat" status. Het stamt uit het begin van de 17e eeuw. Bijna al die tijd (10 generaties lang) is het beheerd door de Matsudaira familie, wat een tak was van de heersende Tokugawa shoguns. Zij stonden het in 1927 af aan de gemeente.
Weetje: er zijn verschillende legendes over het gebruik van een menselijk offer tijdens de bouw.
foto: Wikimedia
Kasteel Hiroshima
Oorspronkelijk gebouwd in 1590 door Mōri Terumoto, kleinzoon van west Japan's bekendste krijgsheer - Mōri Motonari. Het vormde eeuwenlang het bestuurlijk centrum van de regio, ook nadat Terumoto vertrok naar Hagi, en de Asano familie kasteelheren werden. Deze plaats heet zelfs pas Hiroshima sinds de bouw van het kasteel. Uiteraard ging dit nationaal erfgoed tegen de vlakte door de atoombom, maar het is wonderlijk snel opnieuw opgetrokken uit beton. Veel later (in '94) zijn ook de poort en wachttorens herbouwd, ditmaal met authentieke methodes en van hout.
Weetje: dit was het militair commandocentrum tijdens de eerste Sino-Japanse oorlog (1894-'95).
foto: Wikimedia
Kasteel Okayama
Dit "Kraaienkasteel" staat op een kleine heuvel in de bocht van de rivier Asahi, met uitzicht op de tuin aan de andere kant van het water. Het 16e eeuwse origineel overleefde eind 19e eeuw de afschaffing van de samurai klasse en de daarop-volgende "kastelenstorm", maar is helaas alsnog met de grond gelijk gemaakt door bombardement-en in de Tweede Wereldoorlog. Twee wachttorens hebben het echter wel overleeft. De reconstructie van het hoofdgebouw stamt uit 1966.
Weetje: de dakversieringen zijn in 1996 verguld, ter gelegenheid van het 400 jarig bestaan.
foto: Wikimedia
Kasteel Fukuyama
Misschien niet het grootste, oudste of mooiste, maar wel het best bereikbare kasteel van Japan! Het ligt namelijk direct tegen het treinstation aan, wiens sporen zijn gelegd op de gedempte binnen-gracht. Het is begin 17e eeuw gebouwd in opdracht van het Tokugawa shogunaat, als voornaamste vesting van de provincie. Net als het kasteel van het nabij gelegen Okayama stond het origineel nog overeind tot 1945... en is het herbouwd in '66. Net zoals de meeste kastelen in Japan is het tegenwoordig een museum.
Weetje: dit kasteel heeft nog twee andere namen, namelijk Hisamatsu (oude den) en Iyō (riet-zon).
foto: Wikimedia
"A-bom" koepel
Voor zowel buiten- als binnenlanders is dit waarschijnlijk het bekendste gebouw (of wat daar van over is) in west Japan. Het was aanvankelijk de prefecturele "Hal der Promotie van Industrie / Commercie", gebouwd in 1915, naar ontwerp van een Tsjechische architect. Omdat het vrijwel direct onder het epicentrum stond, heeft de schokgolf het pand weliswaar beschadigd, maar niet omver geblazen. Toch werd pas in 1966 besloten om dit restant niet te slopen. Dertig jaar later is het tot Werelderfgoed verklaard.
Weetje: Barack Obama was de eerste Amerikaanse president die het monument in functie bezocht, in 2016.
HEILIGDOMMEN
foto: Wikimedia
Itsukushima-jinja
De enorme rode torii van dit heiligdom is misschien wel het meest iconische beeld van Japan. Die poort is echter niet het enige bouwwerk dat in het water staat. Het hele bijbehorende tempelcomplex staat op palen in de baai van het eilandje, dat de bijnaam Miyajima heeft gekregen. Het eiland was vroeger namelijk zó heilig, dat men er geen voet aan wal mocht zetten. Nu lopen er daarentegen zo'n vier miljoen bezoekers per jaar door de gangen van het ruim 800 jaar oude heiligdom. Een voorvader van de samurai-klasse, Taira Kiyomori, liet het bouwen om zijn rijkdom te tonen (en te hopen op veel zegeningen). Er worden hier drie godinnen vereerd: de dochters van de stormgod Susano-o.
Weetje: om spirituele reinheid te garanderen mag er eigenlijk niemand geboren worden of sterven.
foto: Wikimedia
Izumo Taisha (Ōyashiro)
Mogelijk het oudste en meest vooraanstaande heiligdom in heel Japan - samen met de Ise Jingū. Het komt namelijk al voor in 7e eeuwse kronieken, en is gewijd aan Ōkuninushi ("Grote Heer van het Land"). Deze godheid heerste over de Aarde voordat de kleinzoon van de Zonnegodin Amaterasu het stokje overnam. Hij wordt gezien als god van goede relaties en het goede leven. Het schijnt ooit nog veel groter geweest te zijn, maar ook in de huidige afmetingen zijn de verscheidene hallen zeer indrukwekkend. Op de foto ziet u de de 'kagura-den'; een hal voor rituele opvoeringen. Die is pas in de 18e eeuw gebouwd, maar tegenwoordig het bekendste deel.
Weetje: de shimenawa (het heilige touw) aan de podiumhal is 13,5m lang en weegt 5000 kilo!
foto: Wikimedia
Taikodani Inari-jinja
In de schaduw van de ruïnes van kasteel Tsuwano ligt dit 250 jaar oude heiligdom voor Inari - god(in) van de rijst, de oogst, geluk en nog heel veel meer. Volgens sommigen behoort deze tot de drie belangrijkste Inari heiligdommen, volgens andere tellingen staat het in ieder geval in de top vijf. De tempel is hoe dan ook bijzonder, omdat het een van de enige in Japan is waar de naam van de godheid anders geschreven wordt dan bij de andere (vele duizenden) Inari heilig-dommen. Maar net als bij het veel bekendere Fushimi Inari Taisha in Kyoto, staan ook hier honderden torii (poortjes) op de berghelling.
Weetje: vroeger kondigde men hier de tijd aan d.m.v. een grote trom, wat weerklonk in de vallei.
foto: Wikimedia
Sint Xaverius Gedenkkerk
Gebouwd voor de 400e jubileumviering van de aankomst van jezuïeten-missionaris Francisco Xavier. Hij speelde een cruciale rol in de vroegste verspreiding van het Christendom in Japan, in de 16e eeuw. Op zijn tocht van Kagoshima (waar hij was geland) naar Kyoto (waar hij de keizer hoopte te zien) verbleef hij een aantal maanden in Yamaguchi, waar deze kerk nu staat. Het is één keer afgebrand, maar dankzij donaties van de Sociëteit van Jezus in 1998 herbouwd. Op de begane grond bevindt zich een museum met kaarten en allerhande religieuze voorwerpen.
Weetje: de 50m hoge torens zijn voorzien van een Italiaans klokkenspel dat dagelijks te horen is.
foto: Wikimedia
Rurikō-ji
Een 15e-eeuwse Zen tempel, eveneens in Yamaguchi. Het middelpunt wordt gevormd door de vijf verdiepingen tellende pagode, wat een Nationaal Monument is. Er ligt een klein museum bij met schaalmodellen van de ruim 50 andere pagodes in Japan. De rest van het terrein, bekend als Kōzan Park, bevat ook nog een aantal belangrijke plekken voor geschiedenisfans. Namelijk; de graven van de Mōri familie (voorname krijgsheren tijdens de middeleeuwen), en een klein theepaviljoen, waar Saigō Takamori en andere hervormingsgezinden heimelijk plannen maakten voor de Meiji Revolutie.
Weetje: de pagode is bijna 250 jaar ouder dan de overige tempelgebouwen.
FESTIVALS EN TRADITIES
foto: Wikimedia
Shan Shan
(mid augustus)
Als onderdeel van de jaarlijkse Obon vieringen (ter ere van de voorouders) houdt men in Tottori dansparades met kleurrijke paraplu's. Ooit is dit begonnen als shinto regendans; de Inaba Kasa-odori. Tegenwoordig is het een evenement waar duizenden mensen aan mee doen. Het staat om deze reden zelfs in het Guinness Book of World Records. Het grootst is het Shan Shan festival in de prefecturele hoofdstad (Tottori), maar ook op andere plekken in (met name oost-) Tottori vinden zulke dansen plaats.
Weetje: de oorspronkelijke regendans was alleen voor jonge mannen, omdat de parasol een zwaard moest voorstellen.
foto: Wikimedia
Kan'gensai
(22 juli | 11 juli | 30 juli - in 2024, '25, '26)
In de nacht van de 17e dag van de 6e maand (volgens de oude maankalender) organiseert het Itsukushima heiligdom een bijzondere boottocht. Door drie kleinere bootjes aan elkaar te koppelen ontstaat één platform, waarop de godheid van het eiland kan plaatsnemen. Onder begeleiding van traditionele blaas- en snaarinstrumenten wordt deze naar een schrijn aan de overkant van het water gevaren. Het is een traditie die al even oud is als de tempels zelf; Taira no Kiyomori zou er mee begonnen zijn.
Weetje: het is 1 van de 3 "godenboten" festivals in Japan - de anderen zijn in Osaka en Shimane.
foto: Wikimedia
Kin'gyo Chōsan
(13 augustus)
Eind 19e eeuw was het maken van papieren lantaarns nog een traditionele vaardigheid die hoog in aanzien stond. Begin 21e eeuw was het echter vrijwel verdwenen, dus besloot men in Yanai dit nieuw leven in te blazen met een leuk festival. Elke augustus wordt het oude centrum vol gehangen met goudvissen; wel 4000 stuks! Als het donker is zijn die allemaal (elektrisch) verlicht. Ook wordt er dan een kleine parade met een aantal grotere goudvislantaarns gehouden en is er een vuurwerkshow.
Weetje: het is mogelijk overgenomen van de Neputa (of Nebuta) tradities in het noorden.
BEZOEKSWAARDIGHEDEN
foto: Wikimedia
Iwami Ginzan (zilvermijn)
Verwijzingen naar de vondst van zilver in deze streek gaan terug tot begin 14e eeuw, maar het is 'pas' sinds de 16e dat er sprake is van mijnbouw. Het werd al gauw de meest winstgevende mijn in het land, en stond onder direct beheer van de Shoguns. Die liet er kastelen bouwen om het gebied te beschermen. Op den duur ontstond ook een dorp van handelaren en kunstenaars in de buurt, dat tot op heden de sfeer ademt van voorbije eeuwen. Een aantal huizen zijn musea geworden, en men kan wandelend door de bossen naar de havens van waaruit het verscheept werd. Dit geheel is nu Werelderfgoed. Mocht u zelf de schachten in geweest zijn, dan vindt u aan de kust nog een onsen of twee om even het stof af te spoelen.
Weetje: ook de VOC pikte een graantje mee, door intensieve handel in zilver tussen Japan en China.
foto: Wikimedia
"Usagi-no-Shima"
Officieel Ōkunoshima geheten, maar het is beter bekend als het "Konijnen Eiland" vanwege de vele, vele (bijna duizend!) konijnen die er wonen. In de Tweede Wereldoorlog stonden er op het eiland geheime productiefaciliteiten voor chemische wapens; o.a. mosterdgas en traangas. De gebouwen staan er nog, maar zijn verboden gebied. In plaats daarvan kunnen nieuwsgierigen terecht bij een museum dat een boekje open doet over deze verborgen geschiedenis. Voor wie toch liever komt om konijnen te knuffelen is er een kampeerterrein en een hotel, met onsen. Het zijn echter geen nazaten van de konijntjes die er vroeger als proefdieren gebruikt werden, want die zijn na sluiting van de fabrieken allemaal afgemaakt...
Weetje: het wordt voorzien van stroom dankzij de grootste elektriciteitsmasten in Japan: 226m hoog.
foto: Wikimedia
Inujima
Voor de kust van Okayama ligt een klein eiland met de naam "Hond Eiland". Niet omdat er wilde viervoeters rondlopen, maar omdat een groot rotsblok (met wat fantasie) een beetje op een zittende hond lijkt. Tijdens de industrialisatie van Japan bouwde men hier een koperraffinaderij die het eilandje welvaart zou moeten brengen. Dat bracht echter veel te weinig op; de fabriek ging failliet en gebouwen werden achtergelaten zoals het was. Net als Naoshima is het uiteindelijk "geadopteerd" door kunst. Er is een museum, met deels ondergrondse galerijen, wat gebruik maakt van de industriële ruïnes. Via een korte rond-wandeling zijn ook op een paar andere plekken in het dorp kunstinstallaties te bezoeken.
Weetje: in de middeleeuwen werd hier op grote schaal graniet gewonnen voor de kastelenbouw.
LOKALE SPECIALITEITEN
foto: Wikimedia
Okonomiyaki
Een gerecht dat zó bekend is dat je het zelfs bij de AH kan krijgen als maaltijd-pakket... Maar ja, het is dan ook super-lekker én makkelijk. Het ontstond kort na de Tweede Wereldoorlog in Hiroshima*, toen er een gebrek was aan rijst en verse groenten. Dankzij Amerikaanse voedsel-hulp was er plots wel veel graan / meel beschikbaar. Bovendien hielden de buitenlanders ervan dingen te bakken op een metalen plaat (de "teppan'yaki" stijl). Dus goot men een beslag met gesneden kool over wat noodles, kwakte er een gebakken ei op, en smeerde het vol Japanse bbq-saus. Naar smaak aan te vullen met varkensvlees, garnalen, of wat dan ook. Een instant klassieker.
Weetje: de naam betekent letterlijk "bakken wat je wil / lekker vindt".
foto: Wikimedia
Fugu
Sommige mensen houden van avontuur, sommigen houden van lekker eten, en soms wil je graag het lot tarten door dit te combineren. Met name in de prefectuur Yamaguchi maakt men daarom sashimi van de beruchte -zeer giftige- kogelvis. Het mogen bereiden hiervan vereist een aparte opleiding, want als dit niet kundig genoeg gedaan wordt kan men tetrodo-toxine binnenkrijgen. In luttele minuten tot enkele uren verlamt dit zenuwen en de spieren, met de dood tot gevolg. Ondanks de strenge eisen overlijden er elk jaar wel een aantal mensen hieraan, maar dit zijn vooral de thuiskoks. De smaak schijnt overigens vrij flauw te zijn.
Weetje: het is de keizer van Japan niet toegestaan om fugu te eten.
foto: Wikimedia
Hagi aardewerk
Algemeen beschouwd als een van de top producenten van theekommen. Dit heeft men deels te danken aan Koreaanse pottenbakkers in de 16e eeuw. Mōri Terumoto, de kasteelheer van Hagi in die tijd, wilde exclusief aardewerk om cadeau te doen en te gebruiken bij zijn thee-ceremonies. De ingetogen kleuren en vormen van Hagi aardewerk pasten uitstekend bij de esthetiek van deze bezigheid. Ook de doorzichtige beige glazuur draagt hieraan bij. Mettertijd breidde dit zich uit over de hele zuid-westelijke regio, waar het tot op de dag van vandaag populair is.
Weetje: veel van de Koreaanse ambachts-lieden waren simpelweg ontvoerd, na afloop van Japanse invasies in 1592~'98.