Kantō
De naam van de regio is misschien niet zo bekend, maar de mega metropool van dit gebied kent vrijwel iedereen: Tōkyō. Elke "wijk" is haast een stad op zich, met een eigen karakter. Wie van het stadsleven houdt kan er ongetwijfeld meer dan een week (of twee) voor uit trekken, zeker als u daarnaast wat daguitstapjes maakt naar andere plaatsen in de omgeving. Bekende namen zijn bijvoorbeeld Yokohama en Kawasaki. Maar u zou ook even aan de drukte kunnen ontsnappen in de bergen naar het westen of noorden, en terloops enkele eeuwenoude heiligdommen en bijzondere grafmonumenten bezoeken. Of zuidwaarts, voorbij het kasteel van Odawara, waar een actieve vulkaan vele heetwater-bronnen heeft voortgebracht. Toch liever ontspannen aan de kust? Vlakbij Kamakura - op zich al een uitstapje waard - liggen 's zomers zonnige zandstranden, populair bij windsurfers. Véél verder naar het zuiden liggen bovendien nog een aantal vrijwel onbezochte eilanden met verschillende duikplekken. Er is in ieder geval meer dan alleen Tokyo!
Waarom naar Kantō?
Waar is Kantō?
NATUURGEBIEDEN
foto: Wikimedia
Nationaal Park Fuji-Hakone-Izu
Hoe kan het ook anders? Hét symbool van Japan - de berg Fuji - heeft een flink deel van drie prefecturen om zich heen dat is aangewezen als beschermd natuurgebied. Direct rondom Fuji zelf, het Izu Schiereiland, de Izu eilandengroep, en tot slot in de Kanto regio; het gebied rondom Hakone. Dit is een bergachtige streek met een kratermeer naast een actieve (doch ongevaarlijke) vulkaan. Fijn om te wandelen of bootje te varen dus. En ja, bij goed weer bestaat de kans dat Fuji zichtbaar is! Bovendien bevinden zich hier dankzij al die ondergrondse hitte een aantal heetwaterbronnen, die Hakone eeuwen geleden al tot een bekend kuuroord maakten.
Weetje: dit Nationale Park is een van de oudste én meest bezochte in Japan.
foto: Wikimedia
Nationaal Park Ogasawara
In scherp contrast met het makkelijk bereikbare Fuji-Hakone-Izu, kost het bezoeken van dit park wel wat moeite. Het ligt namelijk op ruim 1000km van Tokyo, in de Stille Oceaan. Slechts een paar keer per maand gaat er een boot heen, die er ongeveer een dag over doet. De kleine eilandengroep is lange tijd onbewoond geweest, en kreeg zodoende de naam Bonin - een verbastering van bunin ("zonder mensen"). Die afstand tot het vasteland zorgde er gelukkig ook voor dat de unieke flora en fauna lange tijd ongemoeid bleef. In 2011 leverde dat nog een Werelderfgoed verklaring op. Wie dat wil zien kan er echter maar beter snel bij zijn, want een aantal staat op uitsterven.
Weetje: de Nederlander Isaac Titsingh bracht de eerste beschrijvingen van de eilanden naar Europa in 1796.
foto: Wikimedia
Nationaal Park Nikkō
Al in 1911 bestempelde het parlement dit tot "Keizerlijk Park" - nog voor het idee van nationale parken überhaupt bestond. Ongeacht het seizoen is dit een schitterende plek om meerdere dagen te verblijven. Naast de wonderschone natuur, wat een meer, enkele watervallen, heilige bergen en ravijnen omvat, biedt het ook meer dan genoeg bijzonders aan cultuur. Zo ligt hier het graf van de grondlegger van de Tokugawa dynastie (17e tot 20e eeuw) en diens kleinzoon, die beide complete tempels er omheen gebouwd hebben. Samen met een ander shinto heilgdom en een boeddhistische tempel staan deze op de Werelderfgoed-lijst.
Weetje: de voormalige keizerlijke villa van Taishō (Yoshihito) en Shōwa (Hirohito) is tegenwoordig open voor het publiek.
foto: Wikimedia
Nationaal Park Chichibu-Tama-Kai
Wie van hiken houdt komt hier goed aan hun trekken. In het 1250km2 grote gebied liggen maar liefst acht bergen van boven de 2000m. Als woonplaatsen van goden (of godheden an sich) staan daar enkele heiligdommen op die niet honderden maar wel duizenden jaren oud zijn. Ook vinden verschillende grote rivieren hier hun oorsprong. De door hen uitgesleten kloven vormen nu het decor voor mooie wandelroutes. Of raften, of even vissen - naar gelang je behoefte aan avontuur. Dichtbegroeide berkenbossen worden afgewisseld met velden vol wilgenroosjes, en bieden de ideale leefomgeving voor groot wild zoals zwarte beren en gemzen.
Weetje: bij sommige watervallen (zoals de Ayahiro) kan men meedoen met Shinto reinigingsrituelen... door eronder te staan.
foto: Wikimedia
Nationaal Park Oze
Op de noordelijke grenzen van Tochigi en Gunma met Fukushima ligt een uitgestrekt moerasgebied, waar vele kilometers aan verhoogde wandelpaden in zijn aangelegd. Uiteraard hoort er een berg of twee bij en er ligt ook een meer, maar het is met name dit drassige landschap dat bezoekers trekt. Het gebied staat bekend om de bijzondere flora, zoals "stinkkool"; een plant uit de aronskelk familie. Deze genereert zelf warmte, waarmee het door sneeuw en ijs heen kan smelten om zo als eerste te bloeien en insecten aan te trekken. Best bijzonder, toch? Ook in de herfst, wanneer de velden geel en oranje kleuren, is dit park een aantrekkelijke wandelplek.
Weetje: het was vroeger deel van het Nationaal Park Nikkō, maar werd in 2007 uitgebreid en "zelfstandig".
foto: Wikimedia
Takao
Met een hoogte van net onder de 600m is Takao niet de meest indrukwekkende berg in de buurt. Maar aangezien het op slechts een uurtje rijden van Tokyo ligt, trekt het aardig veel mensen, zeker in de herfstperiode. Toch zou ik het niet op dit lijstje zetten als er niet iets speciaals mee aan de hand was, en dat is in dit geval: tengu. De mythische wezens die vliegen en vechten als de beste, en hier schijnen te leven. Dat maakt het meteen een spirituele "powerspot", waar Shugendō (een gemengde shinto-boeddhistische religie) gebruik van maakt. Natuurlijk staat er een grote tempel op de top, gewijd aan de Geneesheer-Boeddha, maar er is ook een museum en onsen.
Weetje: dankzij een door lantaarns verlicht pad kan men er ook 's avonds nog sfeervolle bergwandelingetjes maken.
STEDEN & DORPEN
foto: Wikimedia
Tokyo.
De Hoofdstad. Inwonertal: 14 miljoen, in de 'kern' ten minste. Dat wil zeggen ongeveer 6400 mensen per vierkante kilometer. In het dichtstbevolkte land van Europa - Nederland - is dat iets meer dan 400 per km2. De gehele metropool bijeen telt 40 miljoen inwoners. Desondanks is het er bijna overal superschoon, veilig, en ongelooflijk efficiënt op het gebied van openbaar vervoer. Gelukkig maar, want er valt onzettend veel te zien en beleven. Zoals elders al gezegd is, onderscheiden de grote wijken zich van elkaar in 'thema'. Zo is de een in trek bij het rijkere winkel-publiek, de ander juist bij koopjesjagers, zijn er centra voor feestbeesten en musea bezoekers, tuinliefhebbers en gamenerds. Voor ieder is er wel iets. En voor iedereen: karaoke!
Voor meer informatie over deze megastad hebben we een aparte pagina.
Weetje: het heet pas Tōkyō ("oostelijke hoofdstad") sinds Keizer Meiji er kwam wonen, in 1868. Daarvoor heette het Edo.
foto: Wikimedia
Yokohama
Een grote havenstad, gekenmerkt door haar lange geschiedenis als internationale handelsplaats. Tegenwoordig vormt het weliswaar één groot aaneengesloten stedelijk gebied, maar vroeger was het net dichtbij en toch ver genoeg van de hoofdstad om er buitenlanders toe te laten - sinds 1859. Daarom heeft het nu bijvoorbeeld de grootste 'Chinatown'. Het had ook het hoogste gebouw van Japan; de Landmark Tower. Ondanks dat deze al weer overtroffen is, is het uitzicht op de 69e verdieping nog steeds geweldig. Liefhebbers van musea (en eten) kunnen o.a. naar het CupNoodle Museum, dat volledig in het teken staat van de instant ramen die hier bedacht zijn. Scheepvaart-fans kunnen buiten de "Archieven" ook hun ogen uitkijken in een oceaanlijner en een trainingsschip van de marine, beide uit 1930. Rust vindt u in de Sankei-en tuin.
Weetje: dankzij de buitenlandse invloed werd Yokohama de eerste stad met een bierbrouwerij, dagelijkse krant, en straatverlichting met gaslampen.
foto: Wikimedia
Kamakura
Een relatief kleine kustplaats met een rijke geschiedenis en talloze tempels. Minamoto no Yoritomo (1147-1199) maakte er zijn hoofdkwartier van, toen hij als eerste permanent de titel Shogun kreeg. Ter ere van zijn overwinningen liet hij een groot heiligdom bouwen voor Hachiman, God van de Strijd. De laan ernaar toe is duidelijk te zien op bovenstaande foto. Daar omheen, in de heuvels ten noorden van het centrum, liggen verschillende boeddhistische tempels oud en mooi te wezen. Die zijn verbonden via een aantal aangename wandelroutes, mocht u even geen zin meer hebben in de gezellig drukke winkelstraatjes. De bekendste tempel in deze stad staat overigens niet meer overeind... en diens iconische Grote Boeddha zit dan ook in de open lucht. Tot slot moeten we natuurlijk de stranden noemen; Kamakura is een populaire plek voor zonners, zwemmers en windsurfers.
Weetje: er liggen duizenden rotsgraven, waaronder die van de eens machtige Hōjō familie (geëindigd door zelfdoding).
foto: Wikimedia
Saitama
Saitama-stad is de hoofdstad van de gelijknamige prefectuur, die op slechts 45~90min (auto/trein) van hartje Tokyo ligt. Hoewel het qua wijken en straten gewoon een doorsnee stad is, heeft het een paar attracties die het meer dan geschikt maken voor een leuk dagje uit. In de eerste plaats -zeker gezien Japans voorliefde voor dit vervoersmiddel- is dat het uitstekende Spoorwegmuseum. Fans van treinen zouden alleen hier al een volle dag kunnen besteden; niet alleen met kijken, maar ook doen. Een shinkansen proberen te besturen, bijvoorbeeld. Voor mensen met groene vingers is het Bonsai Kunstmuseum een dikke aanrader. De hele wijk eromheen heeft verschillende kwekerijen wiens poorten open staan voor publiek. Vlakbij staat de Hikawa-jinja, het voornaamste heiligdom van de vroegere provincie Musashi.
foto: Wikimedia
Hakone
Gelegen in een deel van het nationaal park Fuji-Hakone-Izu, biedt dit stadje vanzelfsprekend een prachtige omgeving. De berg Hakone zelf is een actieve vulkaan, die ervoor zorgt dat de omgeving een aardig aantal heetwater-bronnen heeft. Herbergen en hotels maken daar dankbaar gebruik van voor hun baden. Als u vanuit de vallei een zig-zaggend bergtreintje, kabelspoorweg, en een hangende kabelbaan neemt, komt u bij een open krater waar nog altijd zwavel wordt gewonnen. Dit ligt vlak naast het Ashi meer, waar men boottochtjes op kan maken in waterfietsen en zogenaamde piratenschepen. Aan de oevers ervan staat een fotogenieke torii (shinto poort) en een herstelde grensovergang van de Tōkaidō (een eeuwenoude belangrijke handelsroute). Tot slot heeft Hakone ook nog wat bijzondere muea, waaronder een grote beeldentuin en "Glazen Woud", plus vele golfbanen.
Weetje: het meer is een krater, die 3000 jaar geleden ontstond na een uitbarsting.
foto: Wikimedia
Minakami
Deze kleine stad in de uithoek van de prefectuur Gunma trekt jaarlijks meer bezoekers dan het inwoners heeft. Bovenstaande foto verklaart misschien al wel waarom... Het is een razend populaire plek voor allerlei outdoor activiteiten. Raften, kajakken, mountainbiken, hiken (van wandelen tot serieus klimmen) en zelfs bungeejumpen is hier mogelijk. Of, als het bovengronds te saai wordt, grotten verkennen en de lucht in met een paraglider. Avontuur in overvloed dus. Ook in de winter blijft het hier genieten, want er zijn maar liefst negen gebieden waar men kan skiën en snowboarden. Het hele jaar door zijn er bovendien onsen; een tiental bronnen voorziet Minakami van genoeg heet mineraalrijk water om tig badplaatsen te maken.
Weetje: in de Sengoku periode (16e eeuw) vochten beroemde families om deze streek, waaronder de Uesugi en Takeda.
foto: Wikimedia
Kusatsu Onsen
Een van de populairste resortstadjes in Japan, met een lange geschiedenis. Het zou namelijk ontdekt zijn door de semi-legendarische Yamato Takeru, 1800 jaar geleden. Duizenden liters per minuut stromen hier uit de rotsen, met een hoge zuurtegraad en sulfurgehalte. Klinkt link, maar de genezende kracht van de ruim 100 heetwaterbronnen in de omgeving is door de eeuwen heen veel geprezen door beroemdheden als Minamoto Yoritomo, Toyotomi Hideyoshi, en (om even dichter bij huis te blijven) de Duitser Erwin Bälz - huisarts van de keizerlijke familie. Meest opmerkelijke traditie in Kusatsu is het "woelen" van het water bij bronnen die te warm zijn om in te baden; zo hoeft het niet verdund te worden met koud water.
Weetje: het werd pas echt bekend in de 17e eeuw, toen men dacht dat het water SOA's kon genezen. Die gingen dankzij rosse buurten in Edo (Tokyo) rap rond.
foto: Wikimedia
Nasu-Shiobara Onsen(s)
Op de hellingen van de berg Nasudake bevinden zich een handvol onsen die al sinds de 8e eeuw bekend staan om hun helende werking. Naast de openbare baden zijn er ook herbergen die hun hete bad open stellen ook voor dagjesmensen. Fijn voor na het wandelen, waar deze omgeving zich goed voor leent. Zo is er het "Bos van Heisei", een azalea park, en natuurlijk een tocht naar de top. Een heel stuk daarvan kan echter ook met de kabelbaan worden afgelegd. Een klein eindje verderop op de Nasu hoogvlakte ligt het plaatsje Shiobara, eveneens bekend om de heetwaterbronnen. Keizer Showa had hier een villa, wat nu een museum is. Wie liever buiten blijft moet zeker even een kijkje nemen bij de watervallen en hangbruggen in de buurt.
Weetje: bij een heiligdom in Nasu ligt de "Moordsteen" waar sinds de 12e eeuw een kwade geest in opgesloten zat. Deze brak in 2022 opeens in tweeën...
GESCHIEDENIS
foto: Wikimedia
Kasteel Edo / Keizerlijk Paleis
Ooit was dit het grootste kasteel van heel Japan, en zetel van de machtigste familie - de Tokugawa. Na de Meiji Revolutie (of Restauratie, zo men wil) zijn die lui er uitgezet en werd het de woning van de nieuwe keizer. Sinds 1868 heet dit dus eigenlijk het Keizerlijk Paleis. Bezoekers hebben alleen (gratis) toegang tot het noordelijke deel van het complex, wat een klein park is, en het oostelijke deel. Daar vindt men een mooie vijvertuin, enkele poorten en wachtershuizen, plus de fundering van waar ooit de (afgebrande) hoofdtoren van het geheel stond. Het is niet mogelijk om dichter bij de keizer te komen dan de afgebeelde brug. Zeker in de lente is het echter net zo mooi om gewoon een rondje om de buitenste muren te wandelen (ongeveer 6km). Die buurt staat namelijk zo vol kersenbloesem dat de hele grachtengordel roze kleurt.
Weetje: op het hele terrein staat slechts één standbeeld, van Kusunoki Masashige. Deze uiterst loyale samurai vocht voor de keizer in de Kenmu Restauratie (1333).
foto: Wikimedia
Kasteel Odawara
Het hoofdkwartier van de Hōjō familie stond bekend als een onneembaar fort. Deels is dat te danken aan natuurlijke barrières; aan drie kanten omgeven door hoge heuvels en aan de andere kant de zee. Maar deze 'clan' was zelf ook dus-danig machtig dat ze weerstand durven te bieden tegen Toyotomi Hideyoshi - de man die heel Japan bijeenbracht in de 15e eeuw. Desondanks slaagde hij er uiteindelijk toch in toch in, en gaf het aan een van zijn generaals - Tokugawa Ieyasu. Helaas werd het door de nieuwe regering afgebroken in 1872. Een tijdje is het een shinto heiligdom geweest en later een keizerlijke villa, maar geen van beiden hield land stand. Gelukkig besloot de gemeente mid-20e eeuw om de boel te herstellen, en kwam er in 1960 een nieuwe hoofdtoren. Niet helemaal historisch kloppend, want de verdieping met 360° uitzicht bestond niet in het origienele ontwerp. Maar mooi is het wel!
Weetje: in de weekenden lopen er soms vrijwilligers rond in zelfgemaakte samurai harnassen met wie je op de foto mag.
foto: Wikimedia
[Kasteel] Kawagoe
Deze plaats wordt vaak "klein Edo" (de oude naam van Tokyo) genoemd. Wat men eigenlijk bedoeld is dat er een aantal straten zijn waar de historische huizen en pakhuizen van rijkere handelaren goed bewaard zijn gebleven. Het historisch centrum is een stuk beschermd erfgoed. Jammer genoeg is het ook nog gewoon de hoofdstraat van Kawagoe*, dus komt al het drukke verkeer hier langs. Een ander, veel rustiger deel van dat erfgoed is het kasteel, waarvan alleen het centrale paleis (afgebeeld) nog overeind staat. Best bijzonder, want zulke houten gebouwen waren meestal de eerste dingen die sneuvelden, en zijn zelden herbouwd. Nog specialer is de tempel Kita'in. Hier staan namelijk een paar van de enige resterende gebouwen van kasteel Edo. Deze waren verplaatst om het herstel na een brand te versnellen. Bonus: er staan 500 beelden van Boeddha's leerlingen.
* (uitspraak = kawa-go-e, dus zonder "oe")
Weetje: in een (verhuisde) hal van Kita'in schijnt Tokugawa Ieyasu geboren te zijn.
foto: Wikimedia
Sawara
Al in de 8e eeuw lag hier een havenstadje, dat zich langzaam maar zeker ontpopte tot een belangrijk commercieel centrum. Het grootste nut was als doorvoerhaven van rijst bestemd voor de snel groeiende hoofdstad Edo. Veel van de klassieke handelaarshuizen hebben de tand des tijds goed weerstaan, waardoor deze plaats ook wel "klein Edo" wordt genoemd. Men kan er boottochtjes maken onder de bruggen, waarvan er eentje gek genoeg water spuwt. In mei en juni is ook de Waterplantentuin open; schitterende plek voor irissen en lotussen, met wel honderden variëteiten. Een andere must-see (voor cartofielen) is het Inō Tadataka Museum. Hij maakte begin 19e eeuw de meest nauwkeurige kaart van Japan tot dan toe, schaal 1:216,000. Zijn werk is nog tot honderd jaar na zijn dood dé toonaangevende atlas geweest.
Weetje: Tadataka is het onderwerp van de film "Taiga e no Michi" - in het Engels "Dreaming of the Medirian Arc" (2022).
foto: Wikimedia
Bōsō no Mura
Geen 'levende' stad, maar een openlucht-museum dat laat zien hoe men vroeger (17e~18e eeuw) in deze streek leefde, van boer tot burger. Zo zijn er allerhande demonstraties van traditionele ambachten; kaf van het koren scheiden, papier maken, ijzerwaren smeden, enzovoorts. Bezoekers kunnen -afhankelijk van het seizoen- ook zelf meedoen met workshops. Van de meer toeristische dingen als theeceremonies en harnassen dragen, tot handen uit de mouwen bij het rijst oogsten en bamboe bewerken. Men organiseert er in ieder geval elk seizoen een festival. Hoewel het voornamelijk over relatief recente geschiedenis gaat, zijn er ook huizen uit de prehistorie (1000 ~10.000 jaar geleden). Het archeologisch museum, dat hier niet ver vandaan staat, biedt meer uitleg over de opgravingen van de grafheuvels in de omgeving.
Weetje: van 2010 tot 2015 werden hier opnames gemaakt voor het spannende tv-programma Tōsōchū (Run for Money).
HEILIGDOMMEN
foto: Wikimedia
Rinnō-ji
Gesticht in de 8e eeuw door een monnik op zoek naar rust en spirituele kracht. Met behulp van een paar reusachtige slangen kon hij de rivier aan de voet van de berg (waar nu de beroemde 'Godenbrug' staat) oversteken en hier een tempel bouwen. Het werd al vrij snel een Tendai trainings-klooster en pelgrimsoord. De grote hal wordt gevuld door drie beelden: de boeddha Amida, vergezeld door de bodhisattva's Senju Kannon en Batō Kannon. Die laatste zijn twee 'incarnaties' van dezelfde heilige; één met duizend armen en één met een paardenhoofd. In de 'schatkamer' van de tempel staan meer beelden, relikwieën, en zeldzame tekstrollen. Aan de overkant van de grote hal ligt ook nog een mooie "slentertuin" met veel elementen die wij typisch vinden voor Japanse tuinen. De vijver in het midden verbeeldt bijvoorbeeld het Biwa meer, bij Kyoto. In het najaar wordt deze tot 's avonds laat verlicht.
Weetje: in 1868 maakte de regering de oude naam "Mangan-ji" weer de officiële, maar ze draaide dit besluit in 1883 terug.
foto: Wikimedia
Nikkō Tōshō-gū
Dit is niet het enige, maar absoluut het meest indrukwekkende en belangrijkste tempelcomplex waar Tokugawa Ieyasu vereerd wordt. Het is zelfs zó mooi dat de makers destijds met opzet een 'foutje' aanbrachten in de grote Yōmei poort, omdat anders de goden het misschien zouden slopen uit jaloezie. Ieyasu's kleinzoon, Iemitsu, liet het uitbreiden om respect voor opa én de macht en rijkdom van de Tokugawa familie te tonen. Sinds 1965 is het binnenste heiligdom, waar de daadwerkelijke restanten van deze grote Shogun liggen, ook toegankelijk voor bezoekers. Om er te komen moet men alleen nog even 200 stenen traptreden op. Iemitsu's eigen mausoleum (de Taiyū-in) ligt overigens om de hoek en is zeker net zo mooi. Samen met de Rinnō-ji en Futarasan-jinja vormen ze het Wereld-erfgoed "Tempels en Heiligdommen van Nikko".
Weetje: er staat een bronzen lantaarn, geschonken door 'Nederland' in 1643. Maar... het familiewapen van de Tokugawa staat hierop ondersteboven.
foto: Wikimedia
Mitsumine-jinja
Een uitzonderlijk rijk versierde berg-tempel, wiens houtsnijwerk enkel overtroffen wordt door de Tōshō-gū. Mitsumine betekent "Drie Pieken" en is eigenlijk een collectieve naam voor de bergen Myōhōgatake, Shiraiwayama, en Kumotoriyama. Het gebied is heilige grond voor Shugendō beoefenaars, die hier fysiek veeleisende rituelen uitvoeren. Vrij uniek is dat hier de (uitgestorven) Japanse wolf wordt vereerd. Bij de ingang staan er beelden van, in plaats van de gebruikelijke honden. Er is ook een klein museum over de band met deze dieren. Helemaal op de top (2100m) bevindt zich de "Drakengrot". Dat is een put met astrologisch significant water - drinkbaar, tegen betaling. Wie zelf het hoogste heiligdom wil zien, zal vanuit het hoofd-gebouw nog ongeveer een uur de berg op moeten lopen. De rest van het complex is zowel te voet als met de bus of kabelbaan te bereiken.
Weetje: zelfs de torii toegangspoorten zijn van een zeldzame drievoudige stijl.
foto: Wikimedia
Nihon-ji
Langs de kust van het Bōsō schiereiland (in het zuidoosten van de Baai van Tokio) staat de 330m hoge berg Nokogiriyama. Een aanzienlijk deel daarvan wordt in beslag genomen door het tempel-complex van de Nihon-ji, letterlijk "Japan Tempel". Er zijn dus meerdere manieren om het terrein op te komen; te voet, per auto, of met de kabelbaan. Tegenwoordig is het een Zen tempel, maar hiervoor behoorde het tot andere boeddhistische stromingen; Hossō en Tendai. Vandaar dat er dus toch een hoop spectaculaire beelden staan, zoals Yakushi Nyorai (geneesheer boeddha) en Kannon Bosatsu - beiden zo'n 30m hoog. Geen hoogtevrees? Ga dan ook even naar de Jigoku Nozoki - het "Helse Uitzicht", op het puntje van een overhangende klif.
Weetje: in 1989 ontving deze tempel een scheut van de Mahabodhi boom, waar Siddhartha Gautama verlichting vond.
foto: Wikimedia
Shinshō-ji
Een van de grootste tempels ten oosten van Tokyo. Een volgeling van de Shingon grootmeester Kōbō Daishi liet dit in de 10e eeuw bouwen om een beeld van Fudō Myōō - de "Onverplaatsbare" - te kunnen huisvesten en vereren. Zijn leraar zou de afschrikwekkende wijsheidskoning zelf uit een blok hout gesneden hebben, al wordt de werkelijke leeftijd geschat op 800 jaar. Verspreid over het uitgestrekte terrein staan oude en nieuwe hallen, plus twee pagodes in verschillende bouw-stijlen. De populariteit van de tempel is misschien deels te danken aan de gunstige ligging; slechts een kwartiertje lopen van Narita station. Het straatje er naartoe staat vol met restaurants en leuke winkeltjes.
Weetje: de naam "Nieuwe Overwinning Tempel" verwijst naar het verslaan van een samurai opstand. Het beeld van Fudō werd daarna te zwaar om te verplaatsen.
foto: Wikimedia
Ushiku Daibutsu
Wat betreft staande bronzen beelden van Boeddha's, is dit 's werelds grootste. In dit geval gaat het om een 120m hoog beeld van Amida; de Boeddha van het Oneindig Licht en Leven, die mensen na hun overlijden opwacht in zijn Paradijs. Het is gebouwd in 1993, ter ere van de stichter van het Reine Land boeddhisme, waarbij deze boeddha de centrale figuur vormt. Niet door gelovigen uit deze plaats, maar in opdracht van een tempel in Tokyo. Hier in Ushiku was daar meer ruimte voor. Van binnen heeft het beeld vijf verdiepingen; de bovenste (op 85m) biedt een uitzicht over het park eromheen.
Weetje: de veel beroemdere Nara Daibutsu past in de handpalm van deze.
FESTIVALS EN TRADITIES
foto: Wikimedia
Chichibu Nachtfestival
(2~3 december)
Samen met het grote festival in Takayama en de optocht in Gion (Kyoto) wordt dit vaak genoemd als een van de drie mooiste van Japan, wat betreft praal-wagens. Deze zijn rijkelijk versierd met kleden, houtsnijwerk, en natuurlijk een hoop lantaarns. Vergezeld van trommel- en fluitmuziek worden ze door de straten getrokken, waarlangs allerlei kraampjes eten en drinken verkopen aan de kou-kleumende toeschouwers. Men sluit af met een kleine vuurwerkvoorstelling. Wie er niet in persoon bij kan zijn, kan terecht bij de Festivalhal. Dit museum toont de attributen, kleding, en twee wagens - die met een lichtshow tot leven komen.
Weetje: dit "immaterieel cultureel erfgoed" (aldus UNESCO) heeft een tegenhanger in de zomer, op 19~20 juli.
foto: Wikimedia
Sumidagawa / Edogawa Vuurwerkfestivals
(laatste/eerste zaterdag van juli/aug.)
Om maar even twee in één te pakken: dit zijn de grootste vuurwerkcompetities in Tokyo. In een enkele avond worden ongeveer 20.000 vuurpijlen afgeschoten! Hoewel het Sumidagawa festival pas in 1978 zijn huidige vorm en locatie kreeg -vlakbij de Tokyo Skytree- gaat de geschiedenis hiervan terug tot de 18e eeuw, toen twee rivaliserende gildes van pyrotechnici hun waren demonstreerden. Het Edogawa festival, dat een week later plaatsvindt, is eigenlijk een combinatie van twee shows. Aan de overkant van de rivier ligt de prefectuur Chiba, dat het Ichikawa vuurwerkfestival organiseert.
Weetje: er komen ruim een miljoen mensen op af, dus wie een goed plekje wil kan er maar beter vroeg bij zijn.
foto: Wikimedia
Sawara Taisai
(2e weekend van juli / oktober)
Een prachtige parade van historische figuren, die behalve "beste van Kanto" * ook het label Immaterieel Cultureel Erfgoed heeft. Het vindt tweemaal per jaar plaats; in de zomer bij de Yasaka-jinja en in het najaar bij de Suwa-jinja. Dit zijn de shinto heiligdommen aan de oost- en westkant van de Ono rivier, die door het midden van de stad loopt. Aan het feest doen respectievelijk tien en veertien praalwagens aan mee, gemaakt door verschillende wijken. Versieringen in de vorm van karpers, draken, leeuwen en valken vergezellen de semi-legendarische personages.
* (samen met vergelijkbare optochten in Kawagoe en Ishioka)
Weetje: de verantwoordelijkheid voor het organiseren wisselt elke 3 jaar van wijk.
BEZOEKSWAARDIGHEDEN
foto: Wikimedia
Tomioka Zijde Spinnerij
Fabrieken; tenzij je een ingenieur of investeerder bent, klinkt dat misschien niet heel spannend. Maar deze specifieke fabriek heeft een dusdanig belangrijke rol gespeeld in de laat 19e-eeuwse Japanse industrialisatie dat het Werelderfgoed-status heeft gekregen. De prefectuur Gunma stond al lang bekend als zijde-producent, maar de technieken waren te ouderwets en langzaam voor groot-schalige exploitatie. Een Franse importeur zette daarom in 1872 deze zijdefabriek op, met nieuwerwetse Franse machines. Het werd een (Japans) staatsbedrijf, dat toon-aangevende kwaliteit zijde maakte en als voorbeeld moest dienen voor andere zijdefabrieken. Ook de arbeidsomstandig-heden waren vooruitstrevend; weefsters verbleven weliswaar permanent op de locatie, maar kregen zondagen plus 10 dagen per jaar vrij, en het bedrijf betaalde voor maaltijden en medische kosten. In 1987 is het gesloten, maar alle gebouwen zijn behouden als historisch monument.
Weetje: in 1902 is de toenmalige kroonprins (latere Keizer Taishō) persoonlijk een kijkje komen nemen.
foto: Wikimedia
Ōya Steengroeve (+tempel)
Gedurende de Edo periode (17e~19e eeuw) zijn hier gigantische hallen en gangen uitgegraven om Ōya-steen te winnen. Dit geelbruine vulkanische gesteente komt namelijk alleen hier voor, en is vrij makkelijk bewerkbaar. Er is zelfs bewijs dat men in de 9e eeuw al Ōya-steen gebruikte voor heiligdommen en bestrating op belangrijke plaatsen. Uit deze tijd stamt ook de tempel hiernaast, met enkele in de rotswand uitgehouwen Boeddhabeelden - naar verluidt door Kōbō Daishi gebeiteld. De groeve sloot in 1986 en wordt sindsdien gebruikt voor
kunsttentoonstellingen, concerten en theatervoorstellingen. Ook films en series hebben dit wel eens als decor gebruikt. Het is in ieder geval altijd kleurrijk verlicht, wat zeker in de 'kapel' een bijzondere sfeer oplevert. Uiteraard is er bij de ingang nog een klein museum waar bezoekers kunnen leren hoe men hier door de eeuwen heen Ōya-steen won. Tegenover deze groeve / tempel staat een recenter (1955) 27m hoog beeld van Kannon te bidden voor wereldvrede.
Weetje: ondergronds is het (ongeacht de temperatuur boven) slechts 10 graden.
foto: Wikimedia
Tokyo Disneyland & -Sea
Tja, het concept is natuurlijk bekend, maar de Japanse uitvoering ervan maakt dit park toch wel een van de beste ter wereld - volgens fans. Sinds de opening in 1983 is het in ieder geval een van de meest winstgevende Disney parken. Het bestaat uit zeven bekende gebieden; een Fantasyland, Westernland, Tomorrowland, Adventureland, Toontown en Critter Country. De hoofdstraat (of straten) vol winkels en eetgelegenheden heet hier weliswaar "World Bazaar" maar heeft een overduidelijk Amerikaanse stijl. Uniek is het (prijswinnende) zusterpark DisneySea, dat in 2001 erbij kwam, en helemaal draait om waterige thema's en attracties. Ook dit park heeft zeven gebieden; Mermaid Lagoon, Lost River Delta, Mysterious Island, Port Discovery, Mediterranean Harbor, Arabian Coast en American Waterfront. Een achtste deel genaamd "Fantasy Springs" opent als het goed is dit jaar! Tickets zijn beschikbaar per park of in combinatie.
Weetje: het zijn de enige Disney parken die geen direct bezit zijn van The Walt Disney Company, maar beheerd worden via een licentie.
foto: Wikimedia
Luchtvaartmuseum、Narita
Er is haast geen betere locatie denkbaar voor een luchtvaartmuseum dan aan het eind van een start- en landingsbaan van een druk internationaal vliegveld. Daar kunnen spotters zowel buiten (o.a. op een uitkijkplatform) als binnen (in het 360° restaurant) het komen en gaan volgen. De vijfde verdieping is nota bene ingericht als luchtverkeerstoren. Het museum zelf heeft een heel aantal vliegtuigen en helikopters op het terrein staan waar men een kijkje in de cockpits kan nemen. Bezoekers kunnen ook in verschillende simulators stappen voor een echte 'hands-on' ervaring. Vlakbij liggen overigens nog twee andere publiek toegankelijke heuvels voor vliegtuig-spotters.
Weetje: de NAMC YS-11 (hier aanwezig) was tot 2010 het enige naoorlogse vliegtuig dat volledig in Japan ontworpen, ontwikkeld en gebouwd werd.
foto: Wikimedia
Moomin Valley Park
Net als de Nederlandse Nijntje (in Japan "Miffy" genoemd), zijn ook de Finse figuren van Tove Jansson - de Moomins - erg populair hier. Zodoende hebben deze koddige witte trollen in Saitama hun eerste themapark buiten Finland gekregen. Het hoort eigenlijk bij "Metsä" (bos, in het Fins) dat uit twee delen bestaat. Één is dit park, dat o.a. het huis, de vuurtoren en badhut uit de verhalen toont. Hier en daar zijn kleine theatertjes, speelplaatsen en een souvenirwinkel, met items die alleen in Japan verkrijgbaar zijn. Het andere deel is een park aan de oever van het Miyazawameer, bedoeld om het 'Noors geluk' met mensen te delen via natuur en cultuur. Zo kan men er Scandinavische stijl bootjes huren en meedoen met workshops houtbewerking.
Weetje: de bekende animatieserie uit de jaren '90 was (net als Alfred J. Kwak) een Nederlands-Japanse samenwerking.
LOKALE SPECIALITEITEN
foto: Wikimedia
Namerō
Een typisch streekgerecht van het Bōsō schiereiland, vergelijkbaar met tartaar. Vissers (aan het werk op de open zee) vermaalden vroeger de net gevangen vis, mengde het met wat miso en kruiden, en aten het vervolgens rauw. Dit kan nu natuurlijk nog steeds, bijvoorbeeld over een kom rijst met een rauw ei erop. Of gewoon zo. Het wordt (gelukkig?) ook vaak gebakken gegeten, onder de naam sanga-yaki. Rechtstreeks op de grill, of gewikkeld in een blad, of als vulling van grote schelpen (jakobsmantel of zeeoor). Een andere variant die juist de andere kant op gaat is mizu-namasu, waarbij het mengsel samen met ijswater een soort koude soep wordt. Voor in de zomer.
Weetje: de naam is afgeleid van het werkwoord nameru ("likken"), vanwege de plakkerige en glibberige consistentie.
foto: Wikimedia
Gyōza
Deze heerlijke hapjes kent bijna iedereen* al wel; ze zijn niet uniek voor de Japanse keuken, en niet per se streekgebonden. Toch staat Utsunomiya te boek als "Gyōza Hoofdstad" van Japan, met tientallen restaurants die zich hierin specialiseren. Alle mogelijke varianten, van gekookt, gestoomd, gebakken tot gefrituurd, zijn hier te vinden. Er wordt jaarlijks een gyoza festival gehouden in het park, en er is een letterlijke Gyoza Straat waar zelfs de straatlantaarns gyoza-vormig zijn.
* (zo niet: het zijn halve maantjes van deeg, meestal gevuld met een mix van groenten, vlees en/of garnalen)
Weetje: bij de in-/uitgang van het station Utsunomiya staat een 1,5m standbeeld van zo'n antropomorfisch pasteitje.
foto: Wikimedia
Yosegi-zaiku
Met name in Hakone en omstreken is deze vorm van marqueterie (inlegwerk) een lang geëerde traditie. Hierbij worden lange latten van verschillende soorten hout -in een geometrisch patroon- op elkaar gelegd en in 'plakjes' afgezaagd. Deze dunne laagjes kunnen dan op andere voorwerpen gelegd worden, en verstevigd met Japanse lak. Denk aan dienbladen, onderleggers, juwelenkistjes, of fotolijsten. De bekendste toepassing is echter op "puzzeldoosjes". Dat zijn naadloos sluitende kistjes, die alleen te openen zijn door in een specifieke volgorde bepaalde delen ervan te schuiven. De complexiteit loopt uiteen van 4 tot wel 20 stappen.
Weetje: winnaars van de Hakone Ekiden (een 108km estafetteloop naar Tokyo en terug) krijgen een yosegi-zaiku trofee.